Onze man in Zoetermeer, bij de Sinti Tattoo Convention

Tattoos zijn er al sinds mensenheugenis. Nu ontdekte Onze Man eerder al de tattoo-liefdadigheidsvereniging Natural Born...

Tattoos zijn er al sinds mensenheugenis. Nu ontdekte Onze Man eerder al de tattoo-liefdadigheidsvereniging Natural Born Sinners, maar ook de wat minder schattig ogende tattooliefhebber kan ergens terecht: bij de Sinti Tattoo Convention in Zoetermeer. Onze man ontdekt de wereld onder de naald.

Fotografie Clemens Rikken

Er wordt over Zoetermeer weleens gezegd dat wie er zomaar eens een dagje op visite gaat, tien jaar ouder terugkomt. Nergens schijnt een mens zo snel impotent te worden als in het eeuwig grijze, totaal troosteloze en intens smakeloze Zoetermeer – of, zoals ook weleens gefluisterd wordt: het Helmond van Zuid- Holland. Of, misschien nog wel treffender: het Helmond van Nederland. De gemiddelde Helmonder haalt zijn neus op voor Zoetermeer, en daar valt wat voor te zeggen. Maar, zoals altijd: hoe donker de dagen ook zijn, er is altijd wel ergens een sprankje hoop te vinden, waar een angstige burger zich radeloos en wanhopig aan vast kan klampen. De evenementenhal Silverdome bijvoorbeeld, waar de Sinti Tatto Convention plaatsvindt. Op de website spat het spektakel van elke pagina af: bezoekers die door de poorten van de Silverdome lopen, zullen ‘direct vervoerd worden door de belevenissen, visie en passie van John, de organisator’. Dat belooft wat.

Beetje blowen in Amsterdam

De dag begint om 10.00 uur ’s ochtends, met een Grand Opening, alleen is de zaal dan nog nagenoeg leeg. Laten we zeggen: een lekker intiem begin van de dag. Een uur later beginnen er langzaam maar zeker wat tattooliefhebbers binnen te druppelen. In het midden van de zaal hangt een groepje barmedewerkers over een hangtafel heen. Ze staan een beetje met elkaar te kletsen. Aan het eind van het terrein staat een podium met een jazztriootje. Ze spelen voor niemand, maar houden stug vol. Een optreden op het tandvlees. Ik probeer een van de muzikanten bemoedigend toe te knikken. Niemand reageert.

Overal om de bar staan standjes van tattooartists, die een stand geregeld hebben op de conventie en angstig en reikhalzend kijken naar de ingang van de zaal. Ik loop naar een van de organisatoren toe, met een crewshirtje aan.

Ligt het aan mij of is het niet zo heel erg druk?

‘Wat?’

Nou ja, dat het nog niet echt bruist.

‘Ja, vind je het gek,’ bijt ze me toe. Heel even blijft ze stilstaan en kijkt ze me aan. ‘Het is nog geen 12.00 uur. Wat denk je zelf?’

Maar er was toch een Grand Opening?

‘Ja ja,’ moppert ze, en loopt door, met een stevige pas.

Iets verderop staat een tattoo-artist uit Manchester zijn spullen in te pakken. Naast hem zit zijn collega traag in een fotoboek te bladeren.

Ruim je alweer op?

‘Ja, man, ja. Dit schiet niet echt op zo. Ik kom hiervoor uit Manchester, maar als ik het zo zie, gaat het hier allemaal niet gebeuren voor mij.’ En nu?

‘Ik denk dat ik mijn spullen maar weer inpak en in Amsterdam een beetje ga blowen.’

Ach, ja, natuurlijk. Ik sprak net iemand van de organisatie, en die zei dat het nog wel druk ging worden. Ze verwachtte heel veel mensen.

‘Oh,’ antwoordt hij ietwat ongelovig, ‘Nou ja, in het ergste geval kan ik mijn collega daar nog vastbinden aan zijn stoel en hem gaan tatoeëren.’

Zou hij daar blij mee zijn?

‘Och, als hij niet wil, bind ik mezelf wel vast.’

Oké.

Paardenbloem met muzieknootjes

Na een uurtje wordt het iets drukker. Het jazzcombootje is inmiddels gestopt, maar het mag de pret niet drukken. Langzaam maar zeker komen er iets meer mensen door de poorten van de Silverdome, om zich te laten vervoeren. Voorzichtig schuifelen ze langs de kraampjes. Een groepje Zoetermeerse jongeren laat elkaar tattoeëerbare portretten van bekende filmacteurs zien. Een gespierde man die tot zijn nek vol met tattoos zit, leest de ingrediëntenlijst van een tubetje zonnebrand voor getattoeëerde mensen. Twee vrouwen van middelbare leeftijd bladeren door een tattooboek heen. De linkermevrouw heeft een regen- en windafstotende Gaastra-jas aan, de andere heeft een soort maori-achtige houten ketting om haar nek en haar haar in gezellige piekjes door elkaar heen gedragen. De eerste mevrouw noem ik voor het gemak Sjan, de tweede Lisanne.

‘Oh, ja, dit is mooi hoor,’ wijst Sjan naar een zwaluw die over het woordje ‘papa’ heenvliegt. Lisanne knikt met een knik die klein begint, maar na een paar keer knikken een steeds grotere frequentie krijgt.

‘Ja, ja, prachtig,’ antwoordt ze. ‘Echt prachtig.’ Ze bladeren verder. Voorbij paardenbloem met muzieknootjes. Lisanne wijst de paardenbloem een keer aan. ‘Ook mooi. Met muzieknootjes, omdat ik natuurlijk ook van muziek houd.’

‘Ja, ja, ja ja,’ antwoordt Sjan – als er iemand weet dat Lisanne van muziek houdt, dan is Sjan het wel, lijkt ze te zeggen.

Ik schuifel voorbij een kraampje waar de tentoongestelde tattoo-schetsen niet uit bloederige skeletten en oude middeleeuwse dolken bestaan, maar uit vrolijk lachende getekende diertjes.

Ah, kijk! Jij bent vooral gespecialiseerd in schattige tattoos!

‘Ik snap niet wat je bedoelt,’ antwoordt de tattoo-artist met een ernstig gezicht.

Ik bedoel: een vrolijke inktvis en zo.

‘Oh, ja, nou. Als je het zo bekijkt.’

Even zijn we allebei stil. We kijken samen eens naar de vrolijk lachende octopus. Het diertje heeft grote ogen en lijkt lippenstift op te hebben. Ze zwaait met een van haar tentakels. De artiest wijst nog maar een keer naar haar schetsboek.

Nee, ja, ik zie het ja.

Kampioenstatoeages

Aan de andere kant van de zaal staat een jongen visitekaartjes en uitleg te geven over zijn smartphone-app Link For Ink, een soort community voor tattoo-artists en mensen die graag tattoos willen. De vertegenwoordiger begint meteen te vertellen.

‘Weet je wat het is? Je wordt genaaid voordat je ook maar een paar keer met je ogen geknipperd hebt. Er zijn gewoon zoveel prutsers overal.’

Oh?

‘Ja, wat ik bedoel: mensen die er gewoon helemaal niks van kunnen. Maar zo’n tattoo blijft gewoon staan hoor, of ie nou lelijk is of niet. Dat soort lui kunnen mensen echt verminken. En met de app filteren we die mensen er een klein beetje uit.’

Klinkt als een prima appje, toch?

‘Zeker. Ik ben echt een paar keer al verneukt in mijn leven. Gelukkig heb ik nu een tattoo-artist die alles weer een beetje hersteld heeft, de boel wél mooi gemaakt heeft, maar dat willen we anderen gewoon graag besparen.’

Snap ik, ja.

‘Oh, kijk, hij is ook goed,’ wijst de jongen naar Yanoesz, zijn buurman, die voor een stand Big Street 68 staat, een tattooshop aan de Grote Straat in Tegelen. Achter me hoor ik een voorbijganger tegen een andere bezoeker vertellen dat Yanoesz zijn vrouw ten huwelijk heeft gevraagd met een tattoo. Yanoesz hoort het met een half oor aan, en besluit er niet op in te gaan. De mensen naast me lopen door, naar een tattooshop waar aan tafel een als Spiderman verkleed jongetje een tattoo van zijn vader zit in te kleuren. Ik blijf bij Yanoesz staan.

Pardon? Hoor ik dat nou net echt? Heb jij nou je vrouw ten huwelijk gevraagd door middel van een tattoo?

‘Ja, joh. Ik dacht, ik doe het een beetje in stijl. Prima toch?’

Enthousiast laat hij zijn onderarm zien. Daar staat het, zwart op wit. Yanoesz stelde de vraag op zijn onderarm, compleet met antwoordformulier: ja/nee, doorhalen wat niet van toepassing is. En wat zei ze?

‘Dat zie je toch?’

Na nog een keer kijken, zie ik ineens een bibberig rood kruisje door ‘nee’ heen staan. Hij begint te lachen en knipoogt een keer.

Ah! Kijk aan! Gefeliciteerd! Maar had ze dat ook mogen doen als ze niet met je wilde trouwen?

‘Dan had ze ja door moeten kruisen, in plaats van nee.’

Dat had nog weleens een knap ongemakkelijke tattoosessie kunnen worden, natuurlijk.

‘Ja, nou ja, gelukkig wilde ze wel,’ lacht Yanoesz. Dat scheelt, inderdaad.

Yanoesz lacht, terwijl we samen op ons gemak zijn eerdere creaties bekijken. Yanoesz heeft vooral veel zwartwit-tatoeages.

Wat is je specialiteit, naast huwelijksaanzoeken?

‘Ik heb vooral lace, kant, zeg maar. En zwart-wit. Oriëntaalse dingen, ook. Dat werk.’

Ook al een paar Feyenoord-kampioenslogo’s gezet, de laatste weken?

Yanoesz begint te lachen, en laat me een foto zien van een Feyenoord-logo. ‘Serieus,’ begint hij vrolijk, ‘deze heb ik laatst hersteld. Was een Feyenoord-tattoo, maar die was een beetje verweerd, dus toen heb ik dit er maar van gemaakt. Met de kampioenstatoeages denk ik dat de mensen toch nog maar even wachten. Maar ik doe het hoor. Geen probleem: ik heb laatst ook een logo van VVV Venlo gezet.’

‘This sees there fantastic out’

Ik loop in de richting van de poorten van de Silverdome, waar ook nu nog – het middaguur is inmiddels allang verstreken – de grote mensenmassa’s niet doorheen komen om zich te laten vervoeren door het grote spektakel. Ik passeer twee in hun gezicht getatoeëerde mannen die arm in arm onzeker poseren voor een Rotterdamse mevrouw met een smartphone. Tattoos laten zetten is tot daaraan toe, poseren voor een stoere foto is natuurlijk een ander verhaal.

‘You know what to doen, hè?’ gilt ze opgewekt, in Rotterdams Engels. Ze steekt haar tong uit, knipoogt en maakt een peace-teken met haar andere hand. De mannen begrijpen wat ze wil zeggen. De linkerman knipoogt met anderhalf oog. De rechter maakt een peace-teken en steekt onzeker zijn tong uit.

‘Yes! This sees there fantastic out, guys!’ Breeduit lachend geeft ze de linkerman zijn smartphone terug en loopt weer door. De twee mannen knikken een keer goedkeurend naar elkaar en lopen dan naar een kraam waar ze veganistische tattoo-zalfjes kunnen kopen, om de kleuren mooi fel te houden, en de huid lekker gezond.