Van een bank of waardetransport overvallen tot schilderijen of diamanten roven: criminelen weten soms een behoorlijke buit te maken. Volgens Justitie gaat in Nederland jaarlijks tussen de 10 en 15 miljard euro aan crimineel geld om. Een reconstructie van de grootste criminele klappers aller tijden in Nederland.
Illustratie Steve Nestorovski
Haagse Kees
Kees C. was rond 1970 nog een keurige tandheelkundige in een keurige wijk in het keurige Haarlem. Een paar jaar later begon hij een bouwbedrijf dat onder verdachte omstandigheden failliet ging. De curator miste veel geld. Dat was misschien wel de eerste aanwijzing dat Kees C. het verkeerde pad op ging.
Kees C. was toen al Haagse Kees en Haagse Kees begon een café genaamd De Smoezer. Er kwamen criminelen, pooiers en gokkers en er werden illegale kaart- en dobbelspelletjes georganiseerd. De politie hoorde ervan en kwam steeds vaker naar het café. Haagse Kees vond dat prima en sprak elke zondag met een rechercheur, met wie hij geruchten uit het wereldje deelde. De rechercheur beloonde hem steeds met 50 gulden zakgeld.
Haagse Kees ging handelen in gestolen autos om extra zakgeld te verdienen. Hij belandde in de gevangenis en werd informant voor de politie onder de codenaam IV-7. Justitie wilde informatie over drugsbendes van kopstukken als Stanley Hillis, Jan Femer en Mink Kok. In ruil voor informatie mocht hij de inkomsten uit zijn criminele praktijken houden.