‘Voor haat is geen plek in de moskee’

De Marokkaans-Nederlandse imam El Alami Amaouch wordt vanwege het verheerlijken van terrorisme België uitgezet en terugg...

De Marokkaans-Nederlandse imam El Alami Amaouch wordt vanwege het verheerlijken van terrorisme België uitgezet en teruggestuurd naar ons land. Saïd Bouharrou informeert als vice-voorzitter van de Raad van Marokkaanse Moskeeën Nederland de gemeenschap over buitenlandse imams en radicalisering.

Tekst Feline Lindhout

Hoe staat u tegenover de komst van imam El Alami Amaouch?

‘Hij heeft eerder al een aantal preken in Nederland gegeven en die zijn niet altijd even verdraagzaam geweest. Dat de rechter in België zich heeft uitgesproken over hoe de imam zich daar heeft gedragen, zegt natuurlijk genoeg. De uitspraken die Amaouch destijds in Nederland deed waren niet strafbaar, maar net op het randje.'

'Het grootste probleem is dat enkele van zijn volgelingen zich waarschijnlijk hebben aangesloten bij IS. We houden dit nauwlettend in de gaten, maar dit geldt voor iedere imam. Voor het preken van haat en onverdraagzaamheid is geen enkele plek in de moskee. We willen ervoor zorgen dat onze achterban daar nadrukkelijk op let en zich bewust is van wie ze in huis halen.’

Dus de moskee is verantwoordelijk voor de imam die zij een podium biedt?

‘De moskee heeft de vrijheid en verantwoordelijkheid om de keuze te maken of ze een imam in huis halen, maar zeer grote oplettendheid is geboden. Helaas hebben we in het verleden al meerdere van deze misverstanden gehad. Zo hebben we moskeeën die in de media zijn gekomen vanwege hun preken geïnformeerd, en in een enkel geval hebben we zelfs bemiddeld tussen moskee en gemeente. Vaak komen imams uit het buitenland en daar gelden andere regels dan in Nederland.'

'Neem bijvoorbeeld iets simpels als handen schudden, dat is in het Midden-Oosten anders bij ons. Daarom raden we de moskeebesturen aan om duidelijke afspraken met de predikers te maken waarbij op de Nederlandse regels wordt gelet. Een ander probleem is dat uitspraken van een imam vaak in plat Nederlands worden vertaald. Zo vindt ook elke geleerde het fijn om metaforen te gebruiken – wat inherent is aan de oude geschriften – welke iedereen op zijn eigen manier interpreteert. Als je kwaad wil, dan kan je ook kwaad doen.’

Merkt u dat dit een negatieve beeldvorming veroorzaakt voor alle imams?

‘Absoluut. Dat geldt helaas niet alleen voor de imam, maar voor de gehele islamitische gemeenschap. Op het moment dat een preek, moskee of finan- ciering in het nieuws verschijnt, wordt het direct gegeneraliseerd en breed getrokken. De politiek en media springen er gelijk bovenop. Het is dan niet één iemand die aangevallen wordt, maar de hele gemeenschap wordt het slachtoffer. Dat vind ik erg jammer.'

'Het wij/ zij-gevoel wordt zo versterkt; het zijn de moslims weer, wordt er dan gezegd. Er zijn zoveel organisaties, moskeeën en maatschappelijk werkers dagelijks aan het werk om te zorgen voor goede verbinding en communicatie. En dan is het vervelend om te zien dat alles uitvergroot wordt wanneer er een incident plaatsvindt met als resultaat dat veel Nederlanders een eenzijdige beeldvorming krijgen.’

Hoe gaan jullie binnen de gemeenschap om met radicalisering?

‘Radicalisering is een belangrijk onderwerp. Onze ervaring is dat er bij moskeeën veel aandacht is om hierover in gesprek te gaan en zij weinig ruimte bieden om te kunnen radicaliseren. Helaas gebeurt het juist niet binnen de muren van een moskee, maar in woonkamers of op internet. We organiseren bijeenkomsten om het onder de aandacht te brengen van de ouders en de jongeren. Het is enorm ingewikkeld omdat je radicalisering het liefst repressief wil oplossen of genezen.'

'Vaak is het zo dat het eigenlijk al te laat is wanneer je het ziet. Wanneer er verandering is van kledij, iemand in zichzelf gekeerd is en geen hobby’s meer heeft. Er wordt dan wel geadviseerd om in gesprek te gaan met de imam of moskeebestuur, om te kijken of we samen kunnen helpen. We zijn ons vaak onvoldoende bewust van de oorzaken van radicalisering. En die zijn best heftig. Hoe moet een jongere zich wel niet voelen als hij uitgesloten wordt op school, tijdens stage of op de arbeidsmarkt. Telkens jezelf moeten bewijzen. Je moet tegenwoordig opkomen voor jezelf, maar ga er maar aan staan.’