Jensen for president!

Er werd door een mediaforum op de radio met dedain over Robert Jensen gesproken, vooral over diens nieuwe televisieprogr...

Er werd door een mediaforum op de radio met dedain over Robert Jensen gesproken, vooral over diens nieuwe televisieprogramma, dat over de Amerikaanse presidentsverkiezingen gaat. De criticasters stelden dat de publieke omroep al twee documentaires over de Verenigde Staten heeft, namelijk die van Eva Jinek en Eelco Bosch van Rosenthal – waarom moest Jensen ook?

Deze onnozele redenering maakte me nieuwsgierig, daarom heb ik afgelopen week eens gekeken, temeer omdat ik wilde zien hoe de commerciëlen zoiets aanpakken.

Het eerste wat ik zag, was een scène waarin vier provincialen vertelden waarom ze op Donald Trump zouden stemmen, een man die wij allemaal als racistisch, gevaarlijk en gek bestempelen. Al deze kwalificaties zijn waarschijnlijk terecht, maar als je luistert naar zijn fanatieke achterban, die bijvoorbeeld een hartgrondige hekel aan het elitaire establishment heeft, begrijp je veel beter waar de adoratie van de Republikeinen in sommige delen van het land vandaan komt.

De ontzettende kloof tussen de zelfbenoemde fine fleur van de samenleving en het proletariaat is overal voelbaar – het contact tussen beide groepen is allang verdwenen. En dat geldt natuurlijk ook voor ons land.

Lees hier meer columns van Özcan Akyol

Een voorbeeld: in de Randstad woedt een enorme discussie over genderneutrale toiletten, deze zouden in alle overheidsgebouwen aanwezig moeten zijn, zodat niemand zich ongemakkelijk voelt. Het is inderdaad een goede zaak dat er maatschappelijke acceptatie komt voor mensen die zich niet eenduidig vrouw of man voelen en mensen die zich wel man of vrouw voelen, maar geen lichaam hebben dat daar bij past. Echter, het aantal burgers om wie het gaat is zó klein, dat de bewoners van een provinciestad vol verbijstering kijken naar een maatregel die hen in de maag wordt gesplitst. Ze snappen er niets van. Zij hebben andere problemen.

En dan komt iemand als Wilders of Trump om de hoek kijken, die beiden veel beter begrijpen waar ‘de gewone man’ mee zit, wat het onderbuikgevoel in sommige delen van het land is en daar geslepen op inspelen, bij voorkeur in een taal die iedereen begrijpt: rauw en to the point. De manier waarop Robert Jensen in onze media wordt afgemaakt, omdat hij lomp en dom zou zijn, is niet alleen een belediging voor de tv-presentator, maar evengoed voor het aantal Nederlanders dat naar zijn programma kijkt. Het ironische is: dit zijn juist de mensen die al decennia niet serieus worden genomen of worden weggehoond, terwijl hun ontevredenheid – hoe die ook tot stand is gekomen – evengoed een belangrijk signaal uit de samenleving is.

En toch wordt er momenteel door allerlei deftige partijen en mediabedrijven onderzocht hoe politieke bewegingen op rechts zoveel terrein kunnen winnen. Om daar achter te komen, is het misschien handig om ze eerst écht serieus te nemen, in plaats van de minachting waarop ze nu mogen rekenen. In Amerika liet Hillary Clinton zich het meest in de kaart kijken. Ze riep over de aanhang van haar tegenstrever:

‘Ze zijn racisten, seksisten, homofoben, xenofoben, islamofoben, noem maar op.’ En de rest van Trumps volgers? Die zijn ‘gewoon wanhopig op zoek naar verandering’. Later moest ze excuses maken.

Er is geen reden om aan te nemen dat onze linkse politici anders denken over het electoraat van (extreem) rechtse populisten. Het is een optie om ze te diskwalificeren. Veel interessanter lijkt het me om afscheid te nemen van traditionele opvattingen, zodat er geluisterd kan worden naar wat iedereen in het land wil, en dus niet alleen de welvarende jeugd in de grote steden.