Dure koninklijke sprookjes

Beste Willem-Alexander, Het was de week van je familie. Over je oma verscheen een boek waaruit bleek dat je opa de Do...

Beste Willem-Alexander,

Het was de week van je familie. Over je oma verscheen een boek waaruit bleek dat je opa de Donald Trump van ons land was: een platte, egocentrische, narcistische pussygrabber. En net als bij Trump konden we daar niet verbaasd over zijn: dat wisten we eigenlijk al jaren. Maar net als bij Trump zit het hem in de details: als je opeens leest over dienstmeisjes die zichzelf moeten opsluiten uit bescherming tegen Zijne Koninklijke Dekhengst, blijkt dat ‘De Schavuit van Oranje’ misschien een wat al te coulante benaming was voor een aanrander. Bovendien: tijden veranderen, inzichten en opvattingen ook.

Als Gerard Reve nú zou leven en zou herhalen wat hij allemaal heeft gezegd over de aantrekkingskracht van kleine jongetjes, stonden de pedojagers in zijn tuin om zijn ramen in te gooien.

Op basis van de feiten lijkt het me volkomen terecht dat er eens flink op het graf van Bernard wordt gepist, maar het heeft ook iets lachwekkends: we faciliteren met z’n allen een systeem waarin mensen opgroeien in een volstrekt buiten de samenleving geplaatste sprookjeswereld, los gezongen van democratische controle, maar wel door ons allemaal betaald en toegejuicht achter dranghekken. Zonder noemenswaardig protest, alleen af en toe verstoord door een lone wolf in een zwarte Suzuki of met een waxinelichthouder in zijn hand.

En al het gedrag waar die bizarre parallelle samenleving toe leidt, vergoelijken we, tot we het ineens beu zijn, en dan willen we een of ander raar compromis. Dan is de foute schoonvader die meewerkte aan een regime dat dissidenten uit het vliegtuig gooide, niet welkom op een bruiloft, maar daarna wel, als hij maar stiekem de achterdeur neemt, zodat wij kunnen doen of we het niet zien.

Lees hier meer columns van Leon Verdonschot

Dan mogen onze monarchen van ons weliswaar de meest krankzinnige paleizen en jachten bezitten, maar gaan we opeens zeuren over de onderhoudskosten ervan. En dan gaat ons parlement unaniem akkoord met 1,5 miljoen per jaar om een kind voor te bereiden op dat leven dat je geen normaal mens zou gunnen, maar vinden we dat later alsnog te veel geld, en dan noemen we het opeens ‘zakgeld’.

Volgens mij is het niet zo ingewikkeld: de monarchie is een volstrekt onredelijk systeem, dat op basis van feiten en argumenten niet valt te verdedigen. Vergelijkbaar met een religie.

Je hangt het aan omdat je het wilt geloven, niet omdat het rationeel of logisch is. Nou, aanvaard dan ook de consequenties. Je wilt dit sprookje? Accepteer dan dat het verknipte mensen oplevert, wonend in paleizen vol met lakeien die allemaal betaald moeten worden. Door óns, want wíj wilden deze onzin, omdat we van sprookjes houden, en daarin leven mensen in kastelen, dus sprookjes zijn nu eenmaal duur.

De ironie van dit alles is dat het koningshuis populairder lijkt te zijn geworden dankzij een tv-rubriek waarin onze koning praat als een volkse Hagenees en zijn vrouw hinnikt als een dom paard. Daardoor lijken ze ineens dichterbij ons te staan: dan heet de majesteit ineens ‘Willy’. Ter verdediging van ons koningshuis citeerde premier Rutte onze koning toen hij sprak over een uitgelekte, dubieuze belastingdeal uit de jaren zeventig. Volgens Rutte had Willem-Alexander toen gezegd: ‘Joh, ik wist nergens van.’ Onze koning tegen onze premier: ‘Joh.’ Geniaal.

We hebben dus niet alleen een koning van wie we onbewust denken dat hij praat zoals Sander van de Pavert hem belachelijk maakt, hij blijkt ook nog echt zo te praten. Het sprookje werd een parodie, de parodie werd werkelijkheid.