Gewelddadige bankovervallen, ondergedoken ultralinkse terroristen en rellen tegen radicaal-rechts: extreemlinks staat weer volop in de spotlights van de politie en veiligheidsdiensten. Moeten we vrezen voor een opleving van links-radicaal geweld? Eén dode bij een confrontatie met extreemrechts kan de vonk zijn waardoor het conflict ineens kan escaleren.
Tekst Jordi Kloos
Het is 19 november 2014 rond zeven uur s ochtends. Twee schoonmaaksters komen aan bij de Pax-bank in het centrum van de Duitse stad Aken. Ze zijn die dag de eersten, in het bankgebouw is verder nog niemand aan het werk.
Lees ook: De bezorgde burger radicaliseert
Terwijl ze nietsvermoedend hun werknemerspas scannen en de toegangscode van de personeelsingang intoetsen, worden ze opeens overrompeld door vijf zwaarbewapende overvallers.
De vermomde bankrovers sleuren de vrouwen onder dwang van een vuurwapen mee naar binnen. Drie van hen dragen een bivakmuts. De andere twee, een man en een vrouw, een donkerblonde pruik. De vrouwelijke overvaller neemt direct het woord:
Kluis
Rustig, niet schreeuwen. We doen jullie niets. We willen alleen geld, maant ze de onder schot gehouden poetsdames vanachter haar donkere zonnebril. Op haar teken worden de twee naar een kantoorruimte gebracht en vastgebonden aan een stoel.
Tot grote irritatie van de overvallers is een uur na de inval de persoon die hen toegang tot de kluis kan verschaffen nog steeds niet aanwezig. De bankmedewerkers blijven echter wel binnendruppelen en worden stuk voor stuk ontdaan van hun persoonlijke spullen, gekneveld en tegen de grond gewerkt.......