Een van de ergste dingen die een bondscoach kan overkomen, is dat zijn criticasters medelijden met hem gaan krijgen.
Toen Danny Blind vroegtijdig het stokje van Guus Hiddink mocht overnemen, bestond er aanvankelijk veel weerzin, aangewakkerd door het onnavolgbare beleid van de KNVB. De beroepsmopperaars haalden het cv van Danny Blind erbij en stelden terecht vast dat er veel betere kandidaten rondliepen.
Vervolgens werd de aandacht afgeleid door de bestuurlijke onhandigheid van Bert van Oostveen, die met een hele reeks verkeerde beslissingen inmiddels ook door hemzelf toegegeven ervoor zorgde dat onze nationale voetbalbond in korte tijd veranderde in een amateuristische organisatie, een die geleid werd door mensen die niets van het spel afwisten.
En dan was er ook nog het cabaret binnen de technische staf: Ruud van Nistelrooij had er geen zin meer in, Dick Advocaat koos na een paar wedstrijden voor het avontuur in Turkije en Marco van Basten was zelfs zo ongelukkig dat hij zijn eigen contract afkocht om een functie bij de FIFA te kunnen bekleden. Het werd niet uitgesproken, maar wat een buitenstaander automatisch gaat denken, is dat niemand graag in de omgeving van onze bondscoach vertoeft.
Het kan ook een vorm van realisme zijn: er zitten grote talenten in de huidige lichting voetballers neem bijvoorbeeld Wijnaldum, Strootman en Janssen maar zij zullen nooit aan de standaard kunnen voldoen die decennialang in Nederland gold.
Lees hier meer columns van Özcan Akyol
Omdat we met ons nationale elftal altijd in de top hebben meegedaan, valt de afdaling richting de middelmaat van Europa zwaar. Het afgeven op een onervaren trainer is dan makkelijk, vooral als hij een betweterige indruk maakt en tegelijk zichtbaar de controle verliest.
De werkelijkheid is dat bijna alle media de afgelopen maanden louter aandacht hebben gehad voor de crisis in de technische staf en smulden van het gestuntel bij de KNVB. Die zaken leverden de beste en meeste smeuïge verhalen op. En dat is natuurlijk heel begrijpelijk.
Alleen lijken wij met zijn allen uit het oog te verliezen dat geen enkele trainer in staat zal zijn om met dit Oranje wereldkampioen te worden. Als we de selecties van Nederland en Frankrijk naast elkaar leggen, kan er maar één conclusie zijn: ze hebben op elke positie een betere voetballer. Wij hebben onze hoop gevestigd op Wesley Sneijder, een speler die al vier jaar aan het afbouwen is en dat niet onverdienstelijk doet, trouwens.
Louis van Gaal kon op het WK in Brazilië excelleren omdat hij zich neerlegde bij de kwalitatieve beperkingen van zijn elftal en voor de verdediging koos, in de hoop dat Arjen Robben, na een rush van zestig meter, het verschil zou maken.
Maar de sterspeler van Bayern München worstelt weer met blessures en wordt ook een dagje ouder. De bittere realiteit is dat Danny Blind aan verwachtingen moet voldoen die gebaseerd zijn op triomfen uit het verleden. Een meer ervaren en betere trainer zou ons misschien makkelijker door de kwalificatie loodsen, maar serieuze hoop op een eindzege is natuurlijk niet reëel.
Dát is de stand van het Nederlandse voetbal. Als we nu niet alsnog in de jeugd investeren, zullen we voorlopig ook mondiaal een dwerg blijven, zoals reeds in de Europese competities zichtbaar is. De KNVB kan die arme Danny Blind eenvoudig ontslaan als hij drie wedstrijden achter elkaar verliest. Maar de armoede blijft.