Beste Milalu Lunga,
Of, zoals je op je werk werd geïntroduceerd: 'donkere man'. Dat was nogal een pijnlijke rel. Voor iedereen, eigenlijk.
Je werd aangenomen op het Hoornbeeck College in Kampen. Dat college is, zoals zo ongeveer alles in Kampen, gereformeerd. Blank, ook. Jij bent dat niet. Jij komt uit Angola, hebt daar een universitaire opleiding gehad, en kon op het collega beginnen als schoonmaker. Je viel nogal op daar, als zwarte man. Er werd over je gepraat, geroddeld. Dus stuurde de locatiemanager, zoals dat in de onderwijswereld heet, een mail rond met de mededeling dat er een nieuwe schoonmaker was benoemd op de school, en dat leerlingen al hadden gezien dat die zwart was.
Vervolgens werd uitgelegd dat je desondanks deugde: je bent getrouwd, hebt vier kinderen voor wie je wilt zorgen, bent christelijk opgevoed door je ouders (lees: oudérs ja, dus geen alleenstaande moedertoestanden, zoals daarginder gebruikelijk) en je bent 'kerkelijk zeer meelevend', een mij onbekende term, maar meelevend klinkt altijd goed, wat je er ook voorzet.
Na al die geruststellende mededelingen: 'Het leek mij goed dit aan jullie mee te delen. Het is nu eenmaal niet zo gebruikelijker dat zon donkere man wordt benoemd.' De mail lekte vorige week alsnog uit via GeenStijl en YouTube-programma #BOOS van Tim Hofman, en leidde tot veel woedende reacties. Waarvan een behoorlijk deel door de moderator van GeenStijl werd verwijderd, waar je nogal je best voor moet doen.
Lees hier meer columns van Leon Verdonschot
Ik las een interview met je, waarin je zei dat je je beschadigd voelde door die mail, en je ook nogal beduusd wat van die rel. Dat kan ik me goed voorstellen, als wereldlijk meelevende blanke man. De avond voor je interview in het AD was onze premier Mark Rutte te gast bij Zomergasten. Hij mocht dus ook de film van de avond uitkiezen. Rutte koos Intouchables. Daar werd nogal badinerend op gereageerd: wat een veilige keuze, die feelgoodfilm over een gehandicapte rijke blanke man die een zwarte verzorger krijgt met wie hij na anderhalf uur aan cultuurverschillen uiteindelijk diep bevriend raakt.
Toen die film uitkwam, werkte ik toevallig op een plek met vrijwel alleen maar vrouwelijke collegas, die een voor een naar Intouchables gingen, elkaar de dag erna vertelden hoe hard ze gelachen en gehuild hadden, vaak tegelijk. En een dag later ging dan de volgende. Tot een collega ging die een zwart pleegkind had. Die kwam terug en was woedend. Ze vond het een racistische film. Alle vooroordelen over haar kind kwamen erin terug: die dommige zwarte, die niets om cultuur gaf behalve hiphop, die lui en materialistisch was, stal als hij de kans kreeg en de hele dag zijn lul achterna liep, en uiteindelijk geciviliseerd moest worden door, uiteraard, een blanke man. De discussies liepen zo hoog op dat Intouchables een onbespreekbaar onderwerp werd.
Sinds een paar jaar woon ik in Amsterdam. Van familie uit Limburg heb ik geregeld na een bezoekje aan die stad gehoord dat ze schrokken dat er zoveel buitenlanders wonen. Ik kan me voorstellen dat dat racistisch klinkt, maar ik weet dat het zo niet is bedoeld. Het is onhandig en onwennig. Dat vond ik van die mail van die locatiemanager ook. Het was eigenlijk een kleine samenvatting van een groot deel van alle problemen in de multiculturele samenleving: onhandigheid die op racisme lijkt, maar het uiteindelijk niet is.
Leon Verdonschot