Overschatte mensen: Joop den Uyl

De onderschatte Belgische schrijver Herman Brusselmans maakt korte metten met overschatte personen uit de wereldgeschied...

De onderschatte Belgische schrijver Herman Brusselmans maakt korte metten met overschatte personen uit de wereldgeschiedenis.

Joop (Jopie, kleine Joop, Joopje, Jopieboy, Jooperd, Joperdepoper) den Uyl werd in 1919 geboren als zoon van Rinus (Rientje, Rienie, Rienmannetje) den Uyl, een mandenmaker, straatveger en schoenveterhersteller en Ludwina (Ludje, Luud, Dikke Luddie) den Uyl-Brockenbouwer, een straatartieste die gespecialiseerd was in het uitbeelden van niemand in het bijzonder.

Algauw vond Joop zichzelf sociaal voelend, verdraagzaam en niet al te slim, dus hij werd opgemerkt door de socialisten en sloot zich op zesjarige leeftijd reeds bij hen aan. Z’n taak was het toen om tabakszakken te vullen, bier aan te slepen en een kleutercongres in Zaandam te organiseren, waarop hij de belangrijkste spreker was en opriep tot een evolutie naar een links Nederland, waarin iedere kleuter evenveel rechten zou hebben als in andere linkse landen, zoals China, Rusland en de Sjalamang Eilanden.

Den Uyl bouwde z’n carrière gestaag uit, maar beoefende in z’n schaarse tijd wel virulent z’n hobby’s: met gekookte eieren gooien naar glas-in-loodramen, mierenhopen verplaatsen naar bosrijke gebieden en onderbroeken verzamelen van meisjes die zich maar één keer in de week wasten – dat soort meisjes groeide in het linkse kamp zowat aan de bomen. In 1966 werd hij leider van de Partij van de Arbeid en dat werd gevierd met berkenschorsthee, rozijnenkoeken, biologische geitenmelk en een hoedje van papier op het hoofd van alle partijleden. Den Uyl dronk tijdens het volksfeest zoveel biologische melk dat hij kotsend in de gracht kukelde ter hoogte van de Prinsengracht.

Lees ook: Overschatte mensen: Johan Cruijff

Verder stelde z’n leiderschap niet veel voor en bijgevolg wist hij het in 1973 tot minister-president van Nederland te schoppen. Hij kreeg te maken met allerlei omineus gedoe, zoals de oliecrisis, de Jom Kippoeroorlog en de Lockheed-affaire. In de oliecrisis besliste hij om de autoloze zondag, maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag in te voeren, wat door het kabinet werd ingekrompen tot de autoloze zondag. Over de Jom Kippoeroorlog zei hij: ‘Ik hou niet van Jom Kippoer. Geef mij maar een rozijnenkoek.’ En de Lockheed-affaire loste hij op door de spilfiguur van deze shit, prins Bernhard, z’n misstap te vergeven, met de woorden: ‘Bernhard jongen, trek het je niet aan, jij vieze rechtse naziklootzak.’

Bernhard begreep meteen dat Den Uyl ’m in het ootje nam en gierend van de lach namen ze afscheid van elkaar, waarna Prins Bernhard in de gracht kukelde ter hoogte van de Keizersgracht. Verder stelde z’n leiderschap niet veel voor en in 1977 was hij geen minister-president meer, maar hij bleef wel links en vol verdraagzaamheid en behulpzaamheid en hielp oude vrouwtjes de straat over, zei vriendelijk goeiedag tegen allochtonen en gaf tien piek aan een blinde Molukker. Ten slotte deed hij iets wat zeer velen doen: hij overleed.

Herman Brusselmans