Wie denkt dat het maffiageweld in Napels onder controle is, heeft het mis. Sinds vorige zomer is het geweld tussen clans opgelaaid in de Zuid-Italiaanse stad, met bijna honderd doden als gevolg. Alle middelen lijken geoorloofd om de lucratieve drugshandel in handen te krijgen.
Tekst en fotografie: Angelo van Schaik
6 september 2015, een zwoele nazomernacht op Piazza San Vincenzo alla Sanità, het centrale kerkplein in de wijk Sanità aan de rand van het centrum van Napels. Een groepje jongens van een jaar of 18 hangt wat rond bij de verwaarloosde bankjes naast de basiliek. Het is al laat, zeker een uur of vier in de ochtend, maar door de hoge temperatuur wil niemand naar huis.
Verkeerde tijd, verkeerde plek
De jongens praten en lachen. Uit het niets komt een scooter met hoge snelheid het plein opgereden, de koplamp schijnt de jongens recht in hun gezicht. Ondanks het felle licht zien ze dat de berijders zwarte integraalhelmen op hebben. Foute boel. Voordat de jongens kunnen vluchten, worden ze onder vuur genomen met een zwaar kaliber machinegeweer, waarschijnlijk een kalasjnikov.
Ik werd wakker van de knallen, ze waren zo hard dat ik dacht dat het om vuurwerk ging, vertelt Alex Zanotelli, een priester die in de parochie naast de kerk woont. Als de padre de volgende ochtend wakker wordt, kijkt op het kerkplein een grote groep buurtbewoners toe bij het forensisch werk van de carabinieri. Het was geen vuurwerk, maar een aanslag op Gennaro Genny Cesarano, een 17-jarige jongen uit de wijk zonder contacten met de Camorra en zonder strafblad. Hij is door meerdere kogels doorboord, per ongeluk. De killers hebben zich vergist. Genny stond op de verkeerde tijd op de verkeerde plek.
Nu staat op de plek van de aanslag een wit marmeren gedenksteen met de geboorte- en sterfdatum van Genny en de tekst: Vittima innocente. Een jongen van een jaar of 15 stopt met zijn scooter bij het monument en geeft het een handkus. Hij kende Genny goed, zegt hij schuchter. Het was een goede jongen, een vriend. Ik was thuis toen het gebeurde, maar ik had daar zelf kunnen staan. Snel start hij zijn scooter en scheurt, zonder helm, weg.
Oorlog van babygangs
Genny Cesarano is een van de slachtoffers van wat in Napels al de oorlog van de babygangs is gaan heten. Een oorlog die draait om de enorme drugshandel in de stad, een geschatte business van zon 20 miljoen euro per maand in de stad Napels alleen, aldus misdaadverslaggever Fabio Postiglione. Sinds de oorlog afgelopen zomer in alle hevigheid losbarstte, zijn er al meer dan vijftig doden gevallen. De paradox is dat de stad gevaarlijker is geworden sinds de politie zoveel oude Camorra-bazen oppakte, legt Postiglione uit. Er is een machtsvacuüm ontstaan waar jonge straatjochies in springen, straatschoffies die zich niet aan de regels van de Camorra houden.
De 34-jarige Postiglione, strakke spijkerbroek, zwart jack en druppelvormige Ray-Ban, werkt al tien jaar voor Il Roma, de oudste krant van Napels, en deed onder andere verslag van de Camorra-oorlog in de beruchte buitenwijk Scampia, bekend van Roberto Savianos boek Gomorra, waarbij tussen november 2004 en februari 2005 84 doden vielen. Traditioneel zitten maffiaorganisaties niet te wachten op aandacht, vertelt hij. Aandacht is slecht voor de handel. Met op elke hoek een politieauto of een pantserwagen van het Italiaanse leger wordt het wegzetten van een kilo cocaïne een stuk lastiger.