Premium

Danny Trejo, de grootste bad ass van Hollywood

Danny Trejo speelde in de bloederigste actiefilms van de afgelopen veertig jaar, maar geen daarvan waren zo spectaculair als zijn eigen, criminele verleden. Portret van de grootste boef die de filmwereld ooit heeft gekend. ‘Als de bad guy niet sterft of naar de gevangenis gaat, weiger ik de rol.’

Danny Trejo

‘Er zijn twee soorten mensen in de gevangenis: roofdieren en prooien. Iedere ochtend beslis jij welke jij zal zijn. En misschien beslis jij wel dat je een roofdier zal zijn, maar heeft iemand anders besloten dat jij vandaag de prooi bent. Het is waarschijnlijk de spannendste plek waar je ooit zult belanden.’ De manier waarop de gevierde acteur Danny Trejo drie jaar geleden in zijn documentaire Inmate #1 (vrij vertaald: Gevangene Nummer 1) zijn vele, afschrikwekkende jaren in Amerika’s meest gevreesde gevangenissen en inrichtingen beschreef, zegt veel over zijn leven voordat hij een grote meneer in Hollywood werd. Lang voordat zijn typerende hoefijzersnor, vlassige paardenstaart en moordlustige blikken onlosmakelijk verbonden waren met de grootste blockbusters uit de recente filmgeschiedenis, stond Trejo voor de onmogelijke opgave zichzelf los te wrikken van een uitzichtloos leven vol bikkelharde criminaliteit.

De ellende begon voor Trejo al op zijn achtste. Hij groeit op in Pacoima, destijds de ‘moordhoofdstad’ van Los Angeles, die voornamelijk werd behuisd door Mexicaanse en andere Spaanstalige immigranten. Nadat zijn ouders in zijn derde levensjaar scheiden, moet Trejo bij zijn opa, vader en zes ooms wonen. Met zijn vader, een stugge bouwvakker die weinig liefde toont, heeft Trejo amper binding. Veel meer onder de indruk is hij van diens jongere broer, oom Gilbert, een amateurbokser met een voorliefde voor stapels geld, glimmende auto’s en driedelige pakken. ‘Een echte gangster met een geweldig gevoel voor humor, maar als je hem boos maakt, vermoordt hij je,’ zo omschrijft Trejo zijn jeugdheld van wie hij onafscheidelijk werd.

Een scène uit The Ridiculous 6 uit 2015.

Zijn exorbitante levensstijl financiert Gilbert, het zwarte schaap onder Trejo’s vele ooms, door overvallen te plegen en drugs te dealen. Als levende boksbal leert Trejo van zijn oom dat hij moest terugvechten om niet afgemaakt te worden. Maar dat zijn oom niet het allerbeste met zijn 8-jarige neefje voorheeft, ervaart Trejo aan den lijve als hij zijn eerste jointje van hem krijgt en later, op zijn twaalfde, zijn eerste shot heroïne door hem in zijn arm krijgt gespoten. Doorweekt van het zweet ontwaakt de ontspoorde puber de volgende ochtend in zijn oma’s tuin van zijn eerste overdosis. ‘Dit is wat ik vanaf nu ga doen, want dit is alles wat er is,’ zegt Trejo dan tegen zichzelf. Die levenskeuze is de aftrap van dertien helse jaren.

Heroïneverslaving

Een knokpartij in de trappenhal van zijn middelbare school levert Trejo een definitieve schorsing op. In de steegjes rondom het schoolplein drinkt hij met foute vrienden flessen wijn, die ze uit winkels in de buurt stelen. Om zijn heroïneverslaving te voeden, pleegt hij zijn eerste overval in de Far East Market, een lokale kruidenier. Met een pistool dat telkens openklapt, rennen Trejo en zijn maatje Richard naar binnen, richten hun pistolen op de verbouwereerde kassamedewerkster en rennen vervolgens naar buiten met 8 dollar. Naarmate Trejo de smaak te pakken krijgt, gaat hij voor het grotere geld. Ook de risico’s worden groter. Voor de ingang van een illegaal pokerhuis steekt hij een afgezaagd jachtgeweer in de mond van een bewaker, bindt hem vast en plundert eenmaal binnen de pokerspelers.

Dag en nacht berooft de losgeslagen tiener tientallen supermarkten, fastfoodketens, slijterijen en koffietentjes. Maar ook van autodiefstallen en woninginbraken is Trejo niet vies. Zijn drugsverslaving schakelt iedere vorm van schuld of spijt uit, totdat hij, ironisch genoeg, een Anonieme Alcoholisten-bijeenkomst binnenvalt. Die avond is Trejo high van drie flessen wijn, een halve fles whisky en meerdere xtc-pillen, als hij met vijftien foute vrienden langs een groot huis rijdt waar meerdere dure auto’s staan geparkeerd. De beslissing om de deur in te trappen met geladen pistolen is al snel genomen, maar bij binnenkomst worden de overvallers geconfronteerd met een groot bord met daarop de tekst: ‘Wij Geven om Jullie’. In plaats van te gillen, weg te rennen en de politie te bellen, nodigen de beoogde slachtoffers van Trejo en zijn handlangers hun belagers direct uit zich bij hun vereniging aan te sluiten. Trejo:

‘Anders word je gek, verdwijn je in de cel of zul je doodgaan, waarschuwden zij ons.’

Voor de ingang van een illegaal pokerhuis steekt hij een afgezaagd jachtgeweer in de mond van een bewaker, bindt hem vast en plundert eenmaal binnen de pokerspelers

Die confrontatie komt binnen bij Trejo, maar niet genoeg om uit het criminele milieu te stappen. Op zijn achttiende belandt hij voor het eerst in een volwassen gevangenis, na zes jaar in en uit jeugdgevangenissen te zijn geweest. In de jaren die volgen, is Trejo een vaste bajesklant in de ruigste gevangenissen van de Amerikaanse westkust. Voor iemand die nergens voor terugdeinst, krijgt zelfs Trejo het Spaans benauwd als de Justitiebus in 1965 op de hoge, grijze muren van San Quentin State Prison aanrijdt. Trejo belandt er nadat hij een onsje suiker, vermomd als cocaïne, verkoopt aan een undercover FBI-agent, die hem op hardhandige wijze gearresteerd en aftuigt op zijn achterbank.

Twee lampen

De spanning die heerst in de enige Amerikaanse gevangenis met een dodencel, een beruchte gaskamer en illustere voorgangers als Charles Manson, omschrijft Trejo als vierduizend woedende mannen die constant tegen je aan schreeuwen. Bij aankomst ziet hij bovenop de noordelijke gevangenisvleugel twee lampen; een rode en een groene. Zodra die eerste lamp aanspringt, wordt er een gevangene omgebracht. ‘Dan weet je: dit is een dodenhuis,’ blikt hij met trillende stem terug in zijn documentaire.

In de gevangenisaula ziet Trejo hoe een medegevangene een mes in zijn rug gestoken krijgt, bloed ophoest en daarvoor vervolgens door iedereen wordt uitgelachen. Trejo leert in San Quentin overleven, door simpelweg nog harder en killer te zijn dan de verkrachters en seriemoordenaars om hem heen. ‘Als ik hoorde dat de gast in de cel naast me zijn messen sleep, zorgde ik dat ik hem neerstak voordat hij mij kon pakken.’

Mede door goede vrienden die vastzitten voor dubbele moorden en hoge functies hebben bij de Mexicaanse maffia houdt Trejo zich staande. Onderwijl doet hij zijn uiterste best om niet te veranderen in een gewetenloze sociopaat. Dat lukt, mede door uit te groeien tot drievoudig bokskampioen en daarmee tot een van de gevreesde criminelen van Californië.

In 1968 is Trejo 24 jaar en heeft hij San Quentin ingeruild voor de Soledad-staatsgevangenis, waar een gigantische rel uitbreekt op de Mexicaanse feestdag Cinco de Mayo. Net als duizenden andere gevangenen smijt Trejo die dag met stenen, waarvan er eentje belandt op het hoofd van een bewaker. In de seconden daarna ziet hij de luitenant zijn wijsvinger in de lucht steken, het signaal voor de schutters in de wachttoren om te vuren op eenieder die hij vervolgens met diezelfde vinger aanwijst. De vinger blijft haken op Trejo en zijn maatje Ray. Trejo ontwijkt de kogels, maar belandt wel in de isoleercel. Om daar niet zijn verstand te verliezen, speelt hij volledige films af in zijn hoofd en beeldt hij scenes uit van The Wizard of Oz, tot grote ergernis van zijn celbewakers. Hij telt zijn dagen tot zijn onvermijdelijke doodstraf en zijn laatste wandeling naar de gaskamer. Het met ontlasting uitgesmeerde zinnetje ‘God Sucks’ op zijn celmuur zorgt voor de grote ommekeer in zijn leven. ‘Ik besloot daar, op dat moment, een belofte te maken aan de Heer,’ vertelt Trejo in zijn documentaire. ‘Ik zei tegen Hem: laat mij met waardigheid sterven en ik zal Uw naam elke dag noemen. Ik zal alles doen wat ik kan voor mijn medemens.’

Tijdens zijn strafzaak, niet veel later, blijkt de getroffen bewaker niet te herinneren wie de steen op zijn hoofd gooide. Bovendien komen er geen getuigen opdagen om Trejo’s schuld aan te tonen. De aanklacht wordt ingetrokken en Trejo komt voorwaardelijk vrij in de zomer van 1969, vastberaden om vijftien jaar aan criminaliteit schoon te poetsen. Zijn shotgun, handgranaat en twee pistolen begraaft hij in een kuil in zijn tuin. Tegen zijn moeder, die per se watersproeiers wil, zegt hij steevast: ‘Niet graven bij het waterornament in de hoek.’

Tuinieren en chauffeuren

Op zijn 26ste begint Trejo zijn tweede leven met een ruim achterstallige bijeenkomst bij de Anonieme Alcoholisten. Hij leert er zijn intimiderende houding om te buigen tot onvoorwaardelijke behulpzaamheid. Tuinieren en chaufferen voor zijn buurtgenoten doet hij bijna gratis. In de lokale boksring en op de autosloperij schraapt hij een bescheiden inkomen bij elkaar. Op een dag rijdt Oom Gilbert langs in zijn gloednieuwe Lincoln, zichtbaar teleurgesteld om zijn neefje zichzelf in het zweet te zien werken. Hij overhandigt Trejo twee zakjes heroïne en 1000 dollar, met de boodschap dat hij zichzelf niet langer moet vernederen met klotebaantjes. Het geld pakt Trejo aan, maar daar blijft het bij. ‘Fuck you, Gilbert, ik moet werken,’ reageert hij. Het is de moeilijkste beslissing van zijn leven. Niet veel later is Trejo een veelgeprezen drugstherapeut en wordt zijn oom dood aangetroffen met op zak 56 gram heroïne, een zakje cocaïne en een paar duizend dollar. Vijftien jaar na zijn vrijlating uit Soledad belandt Trejo als therapeut op een filmset van een van zijn cliënten, een jonge acteur die grote moeite heeft om zich tussen de filmopnames door niet te laten verleiden door de talrijke hoeveelheden rondslingerende bergjes cocaïne. Zodra Trejo de set van Runaway Train (1984) – een nagebouwde boksring in een gevangenis met tientallen juichende gevangenen – betreedt, grijpen zijn geharde gezicht en stoere gevangenistatoeages direct de aandacht van regisseur Andrei Kontsjalovski. Het levert hem zijn eerste figurantenrolletje op. Voor 50 dollar per dag speelt Trejo een gevangene, een rol die hem kinderlijk eenvoudig afgaat. Voor 320 dollar per dag mag hij de hoofdrolspelers bokstraining geven. Als Trejo zijn eerste salaris ontvangt, is hij overtuigd dat er een grove fout is gemaakt. ‘Nee, dat klopt. Dat is je nieuwe salaris,’ reageert de filmmaatschappij. Vanaf dat moment is de 40-jarige Trejo gebrand op een carrière op het witte doek.

Eddie Bunker, net als Trejo een voormalige crimineel in de acteerwereld en tevens succesvol misdaadschrijver, gelooft in die ambitie. Bunker overtuigt zijn jonge collega van zijn grote kracht: volgens hem bezit Trejo een natuurlijke, moordlustige blik, waar de meeste acteurs alleen maar van kunnen dromen. In kleine filmrolletjes speelt Trejo vijf jaar lang talloze personages die hij in het echte leven eindelijk achter zich wist te laten: gevangenen, gangsters, boze bad ass en Mexicaanse vechtersbazen. ‘Op iedere filmset vroeg de regisseur direct of ik mijn shirt kon uittrekken. Ze wilden allemaal mijn tatoeages zien. Het leek wel porno.’

Op iedere filmset vroeg de regisseur direct of ik mijn shirt kon uittrekken. Ze wilden allemaal mijn tatoeages zien. Het leek wel porno

Tussen de scènes door vragen acteurs Trejo hoe hij keer op keer zo geloofwaardig een slechterik weet neer te zetten. Zijn vaste antwoord: ‘Geleerd in Vons, Thrifty’s en Piggly Wiggly’s. Eigenlijk wel in alle winkels die ik heb overvallen.’

De grote doorbraak volgt in 1995. Tijdens de audities voor zijn film Desperado (1995) vindt regisseur Robert Rodriguez in Trejo zijn stille, messenwerpende killer met angstaanjagend uiterlijk. Van Salma Hayek is Trejo zodanig onder de indruk, dat hij aanbiedt om niet één, maar twee banken voor haar te beroven. In hetzelfde jaar schudt Trejo de handen van Robert De Niro, Al Pacino, George Clooney en Nicolas Cage op de filmsets van menig blockbuster. In misdaadklassieker Heat (1995) speelt Trejo de bankrover Gilbert Trejo, vernoemd naar zijn oom. Tussen de scènes door vervult Trejo ook de rol van adviseur voor de steracteurs, die hij voorziet van tips geput uit zijn eigen, duistere verleden.

De kinderfilm Spy Kids (2001) is een van de zeldzame rolprenten van Trejo waarin hij geen bloederige dood sterft. Geen andere filmacteur werd zo vaak vermoord als Trejo. Regelmatig en met gepaste trots somt Trejo de bekende namen op die hem in zijn filmleven hebben doodgeschoten, onthoofd, opgeblazen of verbrand. ‘Maar,’ zei de acteur vorig jaar in een interview, ‘die 65 bloederige uiteindes zijn allemaal doelbewust. Dan weten de kijkers wat er gebeurt als je voor een leven in drugs en criminaliteit kiest. Als de bad guy niet sterft of naar de gevangenis gaat, weiger ik de rol.’

De term typecasten doet Trejo niets. Een interviewster vroeg hem eens: ‘Vind je het niet vervelend om altijd maar weer die harde Mexicaan met tatoeages te spelen?’ waarop Trejo treffend zei: ‘Nee, want ik ben die harde Mexicaan met tatoeages. Dan heeft de regisseur eindelijk goed gecast!’

Machete

In de allereerste Mexploitationfilm, een variant op de bekendere blaxploitationfilms waarin zwarte acteurs stereotiepe hoofdrollen spelen, wordt Trejo in 2010 op 66-jarige leeftijd een boegbeeld voor alle Mexicanen in de Verenigde Staten. Als Machete lanceert Trejo zichzelf in zijn eerste hoofdrol tot heuse superheld. Nog steeds wordt hij dagelijks voor die rol nageroepen, door kinderen in zijn voortuin tot Barack Obama aan toe. Sinds zijn stomtoevallige figurantendebuut in Runaway Train groeide Trejo uit tot een Hollywood-fenomeen. Hij speelde in meer dan vierhonderd films, fans tatoeëren zijn gezicht op hun rug en kinderen spelen met zijn actiepoppen. Maar zelfs op zijn oude dag neemt hij geen gas terug. Steeds meer is Danny Trejo een merknaam. Sinds 2016 is hij de trotse eigenaar van Trejo’s Taco’s, een inmiddels veelgeprezen adres in LA voor hartige lekkernijen, met vaste klanten als Marilyn Manson, Rob Zombie en Slayer. Sindsdien opende hij koffietentjes, startte hij zijn eigen muzieklabel, brouwde zijn eigen bier en publiceerde hij kookboeken. Alleen de vele gevangenistatoeages op zijn lichaam herinneren Trejo nog aan zijn vorige leven.

Toch broedt er in Trejo, onder de indrukwekkende ommekeer die hij vijftig jaar geleden maakte, nog altijd een drang om zijn verleden te repareren. Zijn werk als drugstherapeut heeft Trejo nooit naast zich neergelegd. Regelmatig spreekt hij nog op bijeenkomsten van de Anonieme Alcoholisten en drugsverslaafden. Nog opmerkelijker zijn Trejo’s uitstapjes naar gevangenissen door het land, waar hij als ervaringsdeskundige jonge inzittenden toespreekt. Trejo’s oude gevangenismaatjes roemen hem erom. ‘Ik ken geen enkele oud-gevangene die vrijwillig terugkeert naar zo’n gebouw,’ zegt acteur Craig Balkam. ‘Dat roept allemaal verschrikkelijke herinneringen op. Danny doet het wel.’

De rol van harde Mexicaan met tatoeages is op zijn lijf geschreven.

In de volle zalen vertelt Trejo hoe hij geen enkele drugsbaron kent die niet doodging of de gevangenis indraaide, en wat zij kunnen doen om de lange dagen door te komen. Zijn voornaamste boodschap: help anderen. Dat is precies waar Trejo de rest van zijn dagen mee wil vullen. In de pandemie deelde hij medische pakketjes uit aan zijn buurtgenoten in Pacoima, waar hij nog steeds woont. Rondom de feestdagen rijdt hij er rond en deelt kerstcadeaus uit aan kinderen. Op een muurtje waar de jonge Danny ooit graffiti spoot, pronkt tegenwoordig zijn volwassen gezicht op een gigantische muurschildering. Maar hij is er nog lang niet, zegt de 77-jarige filmster zelf. ‘Ik denk niet dat ik mijn schuld aan de samenleving ooit kan af lossen. Maar de weg ernaartoe is mooi.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Showbizz
  • Bruno Press