Premium

'Ik wist het zeker: nu ga ik dood'

Ferry Zandvliet was er met zijn vrienden bij toen IS-terroristen in november 2015 89 mensen doodschoten in de Parijse concertzaal Bataclan.

Aanslag


Drieënhalf jaar later heeft hij van zijn trauma zijn beroep gemaakt. Een kijkje bij zijn veelbesproken presentatie over terrorismebestrijding. ‘Mijn hoofd vertelde me: blijf maar liggen, het is goed zo. Het wordt nu zwart en dan is het klaar.’

‘Mijn naam is Ferry en ik ben veertig jaar geleden geboren in Den Haag, samen met mijn tweelingzus. Die met die bolle kop, dat ben ik. Maar ik ga jullie niet vermoeien met mijn familieverhalen. Ik wil jullie meenemen naar 13 november 2015, toen ik met deze drie vrienden besloot een weekendje naar Parijs te gaan.’

Gastspreker Ferry Zandvliet verspilt geen tijd zodra hij zijn gruwelijke verhaal moet vertellen. Op een bijeenkomst over terrorismebestrijding in een Rotterdamse sportkantine luisteren ruim honderd politieagenten, hulpverleners en ambtenaren aandachtig naar hun special guest, die met zijn ontspannen manier van vertellen en een dosis humor de spanning in de eerste minuten van zijn presentatie langzaam opbouwt. ‘Ik was eigenlijk niet eens zo’n fan van de Eagles of Death Metal, maar mijn vrienden Bob, Frank en Dexter wilden er graag heen. Maakt ook niks uit, want onze concerttripjes zijn gewoon slappe excuses om heel veel bier te drinken. Toen we de Bataclan binnenliepen, gingen we meteen op zoek naar een goede plek. Dat betekent voor ons een minimale afstand tot het podium, de bar en de wc. Ik weet dat jullie als politie de nooduitgang altijd het belangrijkst vinden, maar wij hebben andere prioriteiten.’

HET IS HEEL MAKKELIJK OM VANAF JE BANK TE ROEPEN DAT DE GRENZEN DICHT MOETEN, MAAR ALS JE DIT HEBT MEEGEMAAKT DENK JE WEL TWEE KEER NA. DIT GUN JE NIEMAND

Kiss the Devil

Er klinkt bescheiden gelach in de kantine. Op het scherm verschijnt een foto van twaalfhonderd juichende bezoekers in een stijf uitverkochte Bataclan, een concertzaal die Ferry zelf vergelijkt met het Amsterdamse Paradiso. ‘Dit was een selfie vanaf het podium, hier zie je goed hoe klein en vooral hoe druk het die avond was.’ De lachjes in de sportkantine hebben in een handomdraai plaatsgemaakt voor ernstige blikken en volledige stilte. Ferry’s luisteraars zetten zich schrap voor het moment waarin zijn avond volledig omschakelt. ‘Toen de band het nummer Kiss the Devil inzette, doken mijn vrienden de moshpit in. Ik bleef een beetje aan de zijkant van de zaal hangen, toen ik plots enkele knallen hoorde.’

Ferry speelt een filmpje af waarop de eerste kalasjnikovschoten van het drietal binnengedrongen IS-terroristen duidelijk te horen zijn. ‘Binnen vier seconden lagen er meer dan duizend mensen op de grond. Probeer dat maar eens voor elkaar te krijgen binnen een kwartier, dat lukt je nooit. In dit geval trad ons reptielenbrein in werking. Die heeft het gevaar allang door. Voor ik het wist, lag ik op de grond en zag ik naast de deur drie jongens met geweren in een soort driehoekje staan. De linker kon ik heel goed zien, hij had een klein baardje en keek heel rustig om zich heen. Dat gaf mij op een of andere manier het gevoel van: dit is oké. Toen richtten ze hun kalasjnikovs op het publiek, riepen keihard “Allahoe akbar” en begonnen om zich heen te schieten. We lagen als mieren op elkaar en ik lag bovenop. Ik voelde de druk van de geweerschoten in die kleine zaal daardoor echt in mijn nek als een windvlaag langskomen. Binnen enkele seconden werden er mensen om mij heen geraakt. Het meisje links van mij was op slag dood, voor zover ik dat kon inschatten. De jongen rechts van mij werd in zijn schouder geraakt. Ik dacht alleen maar: nu ga ik dood, 100 procent zeker. Het cliché dat je hele leven aan je voorbij flitst, klopt overigens als een bus. Mijn hoofd vertelde me: blijf maar liggen, het is goed zo. Het wordt nu zwart en dan is het klaar.’

Bebloed maar behoed voor de dood, maakt deze overlevende contact met het thuisfront.

Niemand een held

Ferry vervolgt: ‘Toen stopte het schieten voor twee minuten. Iedereen bleef liggen in doodse stilte. Ik probeerde achter de jongen te kruipen die in zijn schouder was geraakt. Dan zou hij worden gedood en niet ik, dacht ik. Belachelijk, maar op die manier gaat je hoofd op zo’n moment te werk. Je moet overleven. Toen begon het schieten weer, dit keer nog sneller dan de eerste schoten. Als kuddedieren kropen we tussen de lijken en zwaargewonden op onze buik naar een nooduitgang. Toen we ontdekten dat dit een mogelijke ontsnappingsroute was, brak er volledige paniek uit. Ik heb vier trappen in mijn gezicht gekregen en deelde er zelf ook een paar uit. Op zo’n moment is niemand een held. Ik heb ook geen moment naar mijn vrienden gezocht. Je bent helemaal alleen. Toen het me eindelijk was gelukt om door die uitgang te kruipen, kwam ik in een klein kamertje waar ik het licht van buiten kon zien en wist ik voor het eerst dat ik kon ontsnappen. Toen ik eindelijk buiten was, zette ik het op een rennen.’ Een filmpje laat zien hoe er voor diezelfde nooduitgang dode concertgangers verspreid op de grond liggen en een hoogzwangere vrouw vier meter erboven uit het raam bungelt. Na een schietpartij van twintig minuten werden twintig overlevenden door de schutters gegijzeld. Toen de politie pas om 00.20 uur het bevel kreeg de zaal binnen te vallen, kwam er na twintig minuten eindelijk een einde aan een van de bloederigste terroristische aanvallen op Europees grondgebied in de moderne geschiedenis. In een zestal aanslagen binnen een tijdsbestek van drie uur in het centrum van Parijs maakten IS terroristen 130 dodelijke en ruim 350 (zwaar) gewonde slachtoffers. Zes van de acht daders bliezen zichzelf op, een zevende ving een politiekogel en de achtste ontkwam, maar werd enkele dagen na de aanslag tijdens een politie-inval gedood. Ferry, Bob, Frank en Dexter, de enige betrokken Nederlanders, keerden de ochtend na de aanslag heelhuids thuis. Op maandagavond deelden zij hun verhaal aan tafel bij Humberto Tan voor RTL Late Night.

PTSS

In de jaren die volgen lijkt het Bataclan-trauma weinig serieuze gevolgen te hebben voor Ferry, die fysiotherapeut is. ‘Na twee weken ging ik alweer werken. Ik functioneerde redelijk goed, op vrij hevige concentratieproblemen na. Achteraf het domste wat ik hebben kunnen doen. Ook stond ik een week na de aanslag alweer bij een concert. Dat deed ik vooral omdat ik niet wilde toegeven aan de angst die terroristen juist willen aanwakkeren.’

Zo’n twee jaar na de aanslag gaat het toch mis met Ferry, van de ene op de andere dag. ‘Ik viel helemaal uit. Hevige nachtmerries en PTSS domineerden mijn leven. Ik heb acht maanden thuisgezeten, ik kon helemaal niks meer doen.’ Na veel praten en schrijven en meerdere psychologen te hebben versleten, kwam Ferry vorig jaar met behulp van EMDR-therapie er weer bovenop. Sterker nog, hij zegt gelukkiger te zijn dan ooit. ‘Ik was een vrij boos persoon, gaf altijd iedereen de schuld behalve mezelf. Dat randje is er helemaal af sinds ik na de aanslag overspoeld ben door liefde en warmte vanuit mijn omgeving, maar ook door wildvreemden. Het klinkt raar, maar ik ben een gelukkiger mens dan vóór de aanslag. Ik heb nog weleens een paniekaanval, maar daar is goed mee te leven.’

Ferry ontmoette de vader van een van de aanslagplegers, richtte een lotgenotengroep op voor mensen die soortgelijke situaties meemaakten en vertelt zijn verhaal steeds vaker voor steeds grotere groepen. ‘De lezingen hebben een grote rol gespeeld in mijn verwerking,’ zegt Ferry. Het liefst vertelt hij zijn verhaal aan jonge kinderen, tijdens zijn bezoekjes aan basisscholen. ‘Die zijn zo puur en eerlijk. Die vragen gewoon alles aan je. Of ik het raar vind als iemand “Allahoe akbar” roept en als ik die avond een ring omhad, of ik die nu nog wel om durf te doen.’

Gelukszoekers

Uitverkochte theaterzalen, conferenties met zeshonderd politieagenten in het publiek en zelfs het podium van Lowlands is Ferry al afgegaan. De teller staat inmiddels op ruim honderdvijftig voorstellingen en de populariteit van de zwaargetatoeëerde Rotterdammer na tv-optredens lijkt langzaamaan uit te groeien tot die van volwaardig BN’er. ‘En dat terwijl ik nog niet zo lang geleden nog met klamme handjes en een trillend stemmetje voor groepen stond te praten,’ lacht hij. In februari stopte Ferry definitief met zijn werk als fysiotherapeut om zich fulltime te richten op zijn nieuwe bestaan als gastspreker. ‘Ik heb het lekker druk nu met meerdere boekingen per week. Het verdient goed en ik heb een vrij leven. Het is het mooiste wat ik tot nu toe in mijn leven heb gedaan. Ik krijg weleens scheve gezichten van mensen die vinden dat ik nu lekker ga, door over mijn trauma te vertellen. Daar trek ik me niks van aan. Het geld en succes dat ik hiermee heb is een leuke bijkomstigheid, maar het is nooit de reden geweest om dit te doen. Bovendien is het hard werken. Ik benader non-stop organisaties met mijn lezing. Dat werpt zijn vruchten af, ook in het buitenland. Ik ga binnenkort naar Amerika voor een paar voorstellingen. Onlangs werd ik ergens opnieuw uitgenodigd om een nieuw verhaal te vertellen. Vorige week ben ik begonnen om dit op te schrijven.’

Positiviteit, inspireren, inzicht geven in een potentiële situatie in Nederland, kinderen iets bijbrengen over de harde werkelijkheid; de lezingen van Ferry hebben geen eenduidig doel. Meerdere boodschappen passeren in zijn gemiddelde spreektijd van anderhalf uur de revue, met een indrukwekkende toespraak over tolerantie als hoogtepunt. Halverwege zijn presentatie ziet de toeschouwer een compilatie van ellendige situaties waarin vluchtelingen over de hele wereld zich dagelijks bevinden. ‘De aanslag gebeurde op het hoogtepunt van de vluchtelingenstroom, waardoor mijn omgeving er vanuit ging dat ik een hekel zou hebben gekregen aan vluchtelingen. Integendeel, ik had nu juist ongeveer een kwartiertje een oorlogssituatie meegemaakt, iets waar zogenaamde gelukszoekers dagelijks middenin zitten. Het is heel makkelijk om vanaf je bank te roepen dat de grenzen dicht moeten, maar als je dit hebt meegemaakt, denk je wel twee keer na. Dit gun je niemand. Iedereen heeft recht op een leven vrij van oorlog en geweld.’

Op de schop

Zelf zegt Ferry een andere richting op te willen met zijn verhaal. ‘Het is steeds meer een doel van mij om met mijn verhaal aan te tonen dat het anders moet in Nederland op het gebied van slachtofferhulp. Het hele zorgstelsel zou op de schop moeten. We hebben nog geen degelijk systeem voor het opvangen van slachtoffers met traumatische ervaringen. Ik moest voor mezelf uitzoeken wie en wat ik nodig had, dat is niet gecentraliseerd. Pas na ruim twee jaar kwam ik erachter dat ik recht had op een schadevergoeding, die eigenlijk bedoeld was om in de eerste weken en maanden na de aanslag het wat rustiger aan te doen. Daar baalde ik dus enorm van.’ Ferry noemt Engeland en Duitsland als voorbeeld van hoe het wel zou moeten. ‘Daar zijn ze al veel verder, met crisisspecialisten die mensen specifiek in de eerste dagen na zo’n traumatische ervaring opvangen. Zij houden iedereen van je af die verkeerde bedoelingen heeft of niks toevoegt, journalisten bijvoorbeeld. Wij hebben hier alleen slachtofferhulp voor de gehele periode na zo’n gebeurtenis, terwijl je voor elke week iets anders nodig schijnt te hebben. Dat hebben ze in andere landen veel beter door. Daar wordt ook gewerkt met een tijdslijn: wanneer heeft het slachtoffer wat nodig? Ik wil niet afgeven op onze slachtofferhulp, maar ik denk dat we veel kunnen leren van buitenlandse systemen.’

Vorig jaar richtte Ferry zijn eigen lotgenotengroep op, voor iedereen die een traumatische ervaring heeft verwerkt met hulpverlening. ‘Nog steeds krijg ik van deze mensen dezelfde klachten te horen als de mijne. Vijftig mensen die een aanslag hebben overleefd en nooit met iemand in contact zijn gebracht, die kwamen elkaar in mijn groep pas tegen. Ze waren dolblij om eindelijk eens hun ervaringen te kunnen delen met iemand die erbij was.’

In de komende maanden gaat Ferry met ‘een geheime achterban’ op zoek naar een grote groep slachtoffers, namens wie hij aan wil tonen dat er een grootschalig onderzoek moet komen om de slachtofferhulp in Nederland op orde te krijgen. ‘Aanmelden kan via info@ferryzandvliet.nl. Het hele systeem moet op de schop’. 

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct