Premium

'Je moet juist niét genieten van een finale'

Niet Ajax en Barcelona staan zaterdag in Madrid in de nale van de Champions League, maar Liverpool en Tottenham Hotspur.

Aad de Mos

Voor oud-trainer Aad de Mos, die met KV Mechelen en Anderlecht in meerdere Europese finales stond, het bewijs hoe wreed én mooi voetbal kan zijn. ‘Spelers van Ajax zullen altijd last houden van de uitschakeling in blessuretijd. Het is een trauma voor het leven.’

Finales zijn doorgaans heel saai. Dus zaterdag hoeven we niet te kijken?

‘Dat is natuurlijk een fabeltje. Ik kan zo een paar Europese finales opnoemen die legendarisch zijn, hoor.’

Zoals?

‘Wat dacht je van de Champions League-finale van 1999 in Barcelona? Manchester United tegen Bayern München. Na negentig minuten was het 1-0 voor de Duitsers en leek het een gelopen koers. Ze hadden zelfs de bloemen al gepakt. Maar United won alsnog, na doelpunten van Sheringham en Solskjær, ver in blessuretijd. En wat te denken van de finale van zes jaar later, tussen AC Milan en Liverpool in Istanboel? Bij rust stond het 3-0 voor Milan, maar uiteindelijk won Liverpool na strafschoppen.’

Door een heldenrol van Jerzy Dudek, de oud-doelman van Feyenoord!

‘Exact. Dus kom bij mij niet aanzetten dat finales saai zijn. Want die spectaculaire zege van Liverpool, dat verwacht je toch niet? Ik tenminste niet. Zo weet ik nog goed dat ik in Dubai zat te kijken, in een strandtentje met wat Nederlandse vrienden. In de rust ben ik toen naar huis gegaan. Omdat ik ervan overtuigd was dat die Italianen het toch nooit meer uit handen zouden geven...’

Dus toen Ajax in de return tegen Tottenham Hotspur op een 2-0 voorsprong kwam, wist je: de buit is nog niet binnen.

‘Ja. Mijn vrouw was al naar boven gegaan. “Het is klaar, dit geven ze niet meer uit handen.” Maar ik wist wel beter. In de slotfase kan nog echt nog van alles gebeuren. Ik heb het zelf ook meegemaakt, in 2010 met Sparta, in de laatste playoffwedstrijd tegen Excelsior. In de 91ste minuut scoorden we 1-0 en leek het erop dat we ons hadden gehandhaafd in de eredivisie. Maar toen vloog ie er in de 94ste minuut, via Guyon Fernandez, alsnog in waardoor we toch nog degradeerden. Dat traumaatje zit nog altijd in mijn hoofd. Elke keer als ik een wedstrijd zie die ver in de blessuretijd wordt beslist, komt dat weer naar boven. Reken maar dat de spelers van Ajax daar nu ook hun leven lang last van krijgen.’

Maar is dat niet gewoon een gevalletje van eigen schuld, dikke bult... Als je met 2-0 leidt, 3-0 in totaal, dan mag je het toch niet meer uit handen geven?

‘Normaal gesproken niet, nee. Ik had een minuut voor het einde zelfs al een tweet klaargezet: “Trots en genoten van Ajax, het hele jaar. Beter kan bijna niet.” Dat wilde ik direct na het fluitsignaal op Twitter zetten. En toen viel alsnog dat doelpunt, in nota bene de zesde minuut van de blessuretijd. Vreselijk. Man, ik was zo boos dat ik wel een steen door de televisie kon gooien.’

Wat ging er mis?

‘Ten eerste had trainer Erik ten Hag nooit Kasper Dolberg mogen opstellen. Want als er één speler uit vorm was en ruzie met de bal had, dan was het Dolberg wel. Waarom dan geen Klaas-Jan Huntelaar? Die was juist in goeden doen. Bovendien heeft hij een schat aan ervaring. Dan zet je hem er toch in? Ook omdat Jan Vertonghen en Toby Alderweireld, de Belgische verdedigers van Tottenham, veel meer respect voor Huntelaar hadden gehad. Dat zag je ook wel. Dolberg ging nu het kontzakje in...’

Wat ging er nog meer niet goed?

‘Ze hadden nooit Daley Blind en Matthijs de Ligt naar voren moeten laten gaan. Die hadden ze, zeker in de tweede helft, direct moeten terugroepen. Dat doe je als je tegen Excelsior speelt, voor het doelsaldo. Maar niet als je 2-0 voorstaat in een grote Europese wedstrijd. Want het ging wel om een plek in de finale van de Champions League, hè? Verder hadden ze de balans op het middenveld moeten herstellen door er een aanvaller uit te halen. Want daar werden ze volledig overlopen.’

Verwijt je Ten Hag dat?

‘Niet alleen Ten Hag, de hele technische staf. Dus ook Aron Winter en Alfred Schreuder, zijn assistenten. Die zaten op de bank te slapen, want in plaats van dat ze het gingen herstellen, lieten ze het maar gebeuren. Zo stom. Ook omdat ze het konden weten. Iedereen weet namelijk dat op internationaal niveau andere regels gelden dan op nationaal niveau. Maar kennelijk zijn ze nog niet zo ver. Want ze bleven maar leunen op het straatvoetbal en dachten: ach, we zien wel waar het schip strandt. In de eredivisie kwam dat schip meestal zonder kleerscheuren de haven binnengevaren, maar in Europa is dat toch wat anders. Dan kun je zeggen: we hebben wel mooi de halve finale van de Champions League gehaald, en dat ís ook mooi en bijzonder, maar daar koop je op dat moment natuurlijk niks voor.’

Hoe erg is dat voor Ajax?

‘Dit is een trauma voor het leven. Een trauma eerste klas. Niet alleen voor Ten Hag, maar natuurlijk ook voor de spelers.’

Het past wel weer in dit curieuze Champions League-seizoen, waar we de ene na de andere verrassing zien.

‘Ja, daarom verwacht ik ook niet dat Liverpool zaterdag gaat winnen. Ze zijn weliswaar de favoriet, ook omdat ze met onder anderen Mo Salah, Sadio Mané, Roberto Firmino, Virgil van Dijk en hun fantastische keeper Alisson Becker spelers hebben die het verschil kunnen maken, maar omdat dit seizoen het seizoen is van La Remontada (de comeback, red.) zou het me niks verbazen als Tottenham, waarvan gezegd wordt dat ze nooit een prijs winnen, er met de beker vandoor gaat.’

Wat maakt Tottenham Hotspur zo sterk?

‘Vergis je niet in die ploeg hè, want naast dat ze met Harry Kane, Son Heung-min en Lucas Moura over hele goede voetballers beschikken, speelt Tottenham al jaren met dezelfde formatie. Daarom weten de spelers precies wat ze aan elkaar hebben. Juist omdat ze zo op elkaar zijn ingespeeld. En ze staan natuurlijk niet zomaar in de finale. En wat ook lekker is: ze zijn de underdog. Dat is comfortabel, hoor. Want als Liverpool wint, zegt iedereen: zie je wel. Dus voor Tottenham is dit de meest makkelijke wedstrijd die ze maar kunnen spelen. Want niemand wordt boos, welke uitslag er na afloop ook op het bord staat.’

Maar Liverpool heeft Jürgen Klopp, de wondertrainer.

‘Jawel, en Klopp is zeker een goede trainer, alleen ik ga niet helemaal mee in de euforie die er nu om hem heen hangt. We moeten niet vergeten dat hij dit seizoen in de competitie tien punten heeft voorgestaan op Manchester City. Dat wordt weleens vergeten. Dus zo’n wondercoach is het ook weer niet. Anders zet je natuurlijk ook niet Georginio Wijnaldum ernaast. Dat slaat helemaal nergens op.’

Een finale verliezen, dat is met afstand het allerergste dat er is. Je kunt beter in de halve finale eruit vliegen, dat is minder pijnlijk

Je bent meer van Mauricio Pochettino?

‘Nou, meer van Pep Guardiola. Hoe hij Manchester City laat voetballen, man, dat is zo moeilijk. Als je een liefhebber bent, en dat ben ik, kun je daar alleen maar van genieten.’

Toch moet Klopp als trainer wel wat kunnen. Van Liverpool heeft hij immers een echte topclub gemaakt.

‘Jawel, maar hij had natuurlijk ook een hoop centjes te besteden. Volgens mij heeft ie de laatste jaren voor wel 450 miljoen bij elkaar gekocht. Een wereld van verschil met Tottenham. Die heeft dit seizoen zelfs niet één speler gekocht. Niet één! Daarom heb ik ook veel meer bewondering voor Pochettino.’

Van wie had jij als trainer meer weg: van Klopp of van Pochettino?

‘Pochettino, zonder meer. Net als ik leest hij de wedstrijd heel goed en kan hij met wissels een wedstrijd beïnvloeden. Daar weten we in Nederland inmiddels alles van. Want hij besliste niet alleen de wedstrijd tegen Ajax met een wissel, hè, dat deed hij eerder ook al tegen PSV, in de poulefase. Beide keren was dat overigens Fernando Llorente, die lange Spanjaard... Al moet ik wel zeggen dat Klopp de club heel goed verkoopt.’

En onderschat de rol van Pepijn Lijnders niet, zijn Nederlandse assistent die vorig jaar nog coach was van NEC.

‘Joh, dat zijn van die trekpoppen die louter meepraten met het circus. Die spelen enkel een hoofdrol in hun eigen film. Dat zag je wel in het duel met Barcelona, die memorabele halve finale op Anfield, toen Liverpool met 4-0 won. Omdat Lijnders wist dat de camera op hem gericht stond, bleef hij vlak voor de tweede helft Wijnaldum maar instrueren toen die op het punt stond om te in vallen.’

Toch heeft Klopp hem hoog zitten.

‘Ach, hij zal wel tegenstanders analyseren waar Klopp zelf geen tijd voor heeft, want reken maar dat Klopp zelf met jongens als Salah, Firmino en Van Dijk praat. Wat hij natuurlijk niet voor niets doet. Dat doet hij puur om die gasten in een goed humeur te houden. Zodat die hun werk blijven doen.’

Met drie Europese finales, inclusief winst in een Super Cup-finale tegen PSV, weet jij als geen ander hoe je een finale moet spelen. Welke gouden tip zou je aan Klopp en Pochettino willen geven?

Je hoort mensen weleens zeggen dat je moet genieten van een finale. Want, zo zeggen ze, het kan misschien wel de enige en dus laatste keer zijn dat je zo’n belangrijke wedstrijd speelt. Geloof me: dat is zo’n flauwekul! Je moet juist niet genieten.’

Dat doe je pas na afloop?

‘Exact, maar dat kun je dus alleen als je ’m hebt gewonnen. Want een finale verliezen, dat is met afstand het allerergste dat er is. Daarom kon ik het, na die verloren Europa Cup 2-finale met Anderlecht tegen Sampdoria in 1990 in Göteborg, niet opbrengen om naar Roberto Mancini, Gianluca Vialli en Toninho Cerezo te kijken toen ze die beker ophaalden. Ik kon dat gewoon niet aanzien. En dat gevoel is ook niet meteen weg, kan ik je zeggen. Zo vergeet ik nooit meer de volgende dag, toen we met het bestuur en de vips terugvlogen naar Brussel. Ze dachten dat ik een ziekte bij me had. Zo keken de mensen naar me. Daarom kun je nog beter in de halve finale eruit vliegen, dat is minder pijnlijk.’

Ik heb genoeg alleen op een hotel kamer gezeten. Dat is ook niet alles, hoor. Want die schilderijen zeggen niks terug, hè

Je won er dus twee. Wat was de mooiste?

‘De 1-0 overwinning met KV Mechelen op Ajax, in 1988, in de finale van de Europa Cup 2 in Straatsburg. Daar kwam ineens alles samen. Maar de finale die minstens zo mooi was, was die van de Crown Prince Cup, met Al-Hilal tegen Al-Ahli in 2003. Daar zat alles op en aan. De druk die je daar voelt, van onder meer de prins, dat is echt gigantisch. In niets te vergelijken met Europa.’

En daar won je ’m ook.

‘Ja, eveneens met 1-0, en dat voor 80.000 toeschouwers. Prachtig. En toen kon ik natuurlijk niet meer stuk bij Abdullah bin Mosaad, mijn prins die overigens de kleinzoon is van de oprichter van Saoedi-Arabië. Ik heb nog steeds heel goed contact met hem. Sterker nog, ik app nog regelmatig met ’m.’

Waar hebben jullie het dan over?

‘Over van alles. Zo feliciteerde ik hem bijvoorbeeld onlangs met de promotie van Sheffield United naar de Premier League. Daar is hij namelijk, net als van Beerschot, mede-eigenaar van.’

Sommigen vinden dat alle banden met Saoedi-Arabië moeten worden verbroken, omdat het land het niet zo nauw neemt met de mensenrechten.

‘Diegenen die dat zeggen zijn salonsocialisten.’

Dus jij ziet geen enkele reden om het contact te verminderen? Ook niet na de moord op journalist Jamal Khashoggi in de Saoedische ambassade van Istanboel?

‘Nee. Ik kom juist graag in het Midden-Oosten, ook omdat ik ondertussen wel een beetje weet hoe moslims denken. Die houden er echt niet allemaal extreme denkbeelden op na, hoor. Dat is hooguit een half procent. Bovendien doen ze er in Saoedi-Arabië ondertussen alles aan om aan de buitenwereld te laten zien dat ze een andere weg zijn ingeslagen. Zo mogen vrouwen sinds kort achter het stuur. Zelf heb ik in ieder geval alleen maar goede ervaringen, en mijn vrouw en dochters ook. Zij zijn nota bene de enigen die de vrouw van de prins hebben gezien, dus we staan er gewoon goed bij ze op. Daarom weet ik zeker: mocht ik morgen geen dubbeltje meer hebben, dan helpt die prins mij meteen.’

Terug naar die Europa Cup 2-finale van 1988, die je je mooiste finale ooit noemde. Was die finale ook de wraak van Aad, omdat je kort daarvoor bij Ajax was weggestuurd?

‘Daar hadden de media het destijds ook steeds over, over een wraakfinale. Maar zo ervoer ik dat niet. Ik zag het meer als een sprookjesfinale van een sprookjesseizoen. We zaten met KV Mechelen toen in zo’n flow dat we bijna nooit verloren. En speelden we onverhoopt wel slecht, dan hadden we nog altijd een keeper, Michel Preud’homme, die alle ballen pakte.’

Dus de 1-0 winst op Ajax verraste jou niet?

‘Eigenlijk niet. Dat kwam omdat we precies wisten hoe we Ajax moesten verslaan. Hoe? Door Danny Blind en Arnold Mühren uit te schakelen. Daar was dat seizoen namelijk het hele spel van Ajax op afgestemd. En dat lukte, door daar een mannetje op te zetten. Je zag dat Blind, die ineens niet meer kon aanvallen, daar echt van schrok. Met als gevolg dat hij al na een kwartier rood kreeg, na een tackle op Marc Emmers, zijn directe tegenstander.’

En hoe ging dat bij Arnold Mühren?

‘Daar kozen we voor een dubbele dekking, zodat Mühren – tijdens het EK van 1988 het brein van Oranje – in een sandwich kwam. Met Wim Hofkens en Pascal De Wilde speelden we dat toen prima uit.’

Toch duurde het nog wel even voordat het beslissende doelpunt van Piet den Boer viel: pas acht minuten na rust.

‘Ja, maar ik wist gewoon dat die treffer zou komen. Die aanval hadden we namelijk wel honderdduizend keer op de training geoefend. En wat ik verwachtte gebeurde dus ook: voorzet Eli Ohana, kopbal Piet den Boer.’

Hoe zit je vanaf dat moment dan op de bank? Opgelucht of juist in de stress?

‘Wat ik hoorde van de mensen naast me, is dat ik wel tienduizend keer heb gevraagd hoelang het nog duurde. Ook wel logisch natuurlijk: als je achter staat vliegt de wedstrijd voorbij, als je voor staat duurt het een eeuwigheid.’

Kun je op dat moment nog wel logisch nadenken?

‘Dat wel. Dat zag je ook wel aan de wissels die ik doorvoerde. Zo haalde ik er vrij snel een aanvaller uit en zette ik een middenvelder erin. Dat had Ten Hag ook tegen Tottenham moeten doen, in die tweede halve finale in de Arena. Alleen dan kun je de boel dichttimmeren. Daarom had hij nooit Lasse Schöne eruit moeten halen. Schöne zorgt er namelijk altijd voor dat het centrum gesloten blijft, zelfs als hij moe is.’

In hoeverre heeft die zege op Ajax van jou een andere persoon of andere trainer gemaakt?

‘Niet. Dat was nu eenmaal mijn manier van werken, door een tegenstander heel goed te analyseren. Dat werkte gewoon. Het was niet voor niets dat we een jaar later met KV Mechelen de Europese Super Cup wonnen ten koste van PSV. Man, Eric Gerets, toen speler van PSV, wordt daar nog steeds zwetend wakker van. Die werd toen volledig dolgedraaid, zo goed waren we.’

Ja, want een jaar later stond je met KV Mechelen bijna weer in de finale van de Europa Cup 2.

‘Klopt. Het was dat we in de halve finale verloren van Sampdoria, anders stonden wij in Bern in de finale tegen het Barcelona van Johan Cruijff. En reken maar dat we toen absoluut niet kansloos waren geweest. Dat bleek een jaar later wel; met Anderlecht schakelde ik toen datzelfde Barcelona uit.’

Met als gevolg dat je in 1990 wederom in een Europese finale stond. Wat zegt dat over jou?

‘Dat ik tactisch gewoon heel sterk was. Wat vergis niet je niet: ik had veelal de beschikking over hele normale spelers. En ik had doorgaans weinig geld te besteden. Maar door een tegenstander goed te analyseren, kom je een heel eind. Daarom ging het vaak precies zoals ik dacht dat het zou gaan gebeuren.’

En daarom wint Tottenham Hotspur deze finale ook van Liverpool?

‘Ja, maar wel na verlenging, of na het nemen van strafschoppen.’

Jan Boskamp kijkt zo’n wedstrijd dan het liefst in het stadion. Jij ook?

‘Nee, ik kijk gewoon thuis. Anders ben je minimaal drie dagen op pad, nu niet. Nu zet ik om 20.55 uur de tv aan en trek ik om 22.55 uur het stekkertje er weer uit. Ideaal. Dan kan ik meteen naar bed.’ 

NIEUWE REVU ONTMOET AAD DE MOS

Waar? In het Novotel in Eindhoven, vlakbij het vliegveld. Wanneer? Kort na de uitschakeling van Ajax in de Champions League. Nog iets bijzonders? De Mos mag wel gestopt zijn als trainer, dat wil niet zeggen dat hij geen aanbiedingen krijgt. ‘Maar ik zeg ze allemaal af,’ aldus De Mos. ‘Dat heb ik mezelf ook beloofd. Ik heb nu twee fantastische kleinkinderen, daar wil ik zoveel mogelijk van genieten. Bovendien, ik heb genoeg alleen op een hotelkamer gezeten. Dat is ook niet alles, hoor. Want die schilderijen zeggen niks terug, hè.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct