Hannah Hoekstra (29) is scherp, grappig en 's lands beste actrice waar je waarschijnlijk nog nooit van hebt gehoord. Maar daar gaat haar rol van Tientje Poets in de verfilming van A.F.Th. Van der Heijdens De Helleveeg verandering in brengen.
Nieuwe Revu sprak Hoekstra in het Lloyd Hotel in Amsterdam onder het genot van een bescheiden koffie verkeerd (wij) en twee zwarte koffie (Hannah). Het complete interview lees je op BLENDLE, maar hierbij alvast vijf random vragen uit het prettige gesprek.
Je Instagram staat vol met jouw eigen illustraties. Hoeveel drugs gebruik je als je tekent?
'Tof, hè? Net of ik in een enorme lsd-trip zit. Maar als ik stoned ben, kan ik niet tekenen. Dan wil ik nog wel eens gedachtenkronkels en hersenspinsels opschrijven. Van die dingen die je dan de volgende dag terugleest en waarvan je dan denkt: oké, dit sloeg helemaal nergens op. Die tekeningen zijn mijn drugs, eigenlijk. Daar ga ik keihard op. Als ik teken, kom ik in een bepaalde geinige state of mind waarbij ik niet hoef na te denken en alles vanzelf gaat. Wat ik verder eigenlijk alleen ken van muziek maken.'
Uit wat voor nest kom je?
'Een links-progressief VPRO-gezin, ja hoorrrr. Het enige tv-programma dat ik van mijn ouders mocht kijken, was Villa Achterwerk op zondagochtend. We hadden maar één televisietje in huis, dat de helft van de tijd kapot was. Mijn vriendinnetjes hadden allemaal een eigen tv op hun kamertje. Met een afstandsbediening. Ik wist niet eens wat dat was. Maar op zondagochtend wilden mijn ouders uitslapen. En dan mochten mijn zusje en ik tv kijken. Villa Achterwerk, want het moest wel iets verantwoords zijn. En dan toch stiekem Telekids opzetten, omdat ik al die liedjes niet kende die mijn vriendinnetjes zongen en me daardoor een buitenbeentje voelde. Roos en Haar Mannen vond ik helemaal het einde. Laatst acteerde ik samen met Raymonde de Kuyper, die Roos speelde. Ergens heeft zij mij geïnspireerd om dit vak te doen.'
Uitgaan, deed/doe je dat veel?
'Ik ben geboren in Rotterdam maar opgegroeid in Arnhem. Een prima stad als je een meisje van vijftien bent. Ieder weekend ging ik uit met vriendinnetjes. Veel te veel drinken, kotsen, denken: ik drink nooit meer, de volgende dag toch weer drinken. Daarna ging ik naar de Toneelschool in Amsterdam. Daar kun je ook leuk uitgaan. Soms heb ik van die periodes. Dat je vier weken achter elkaar denkt: sta ik nu alweer ergens op een feestje te stampen? En daarna kan ik er maanden geen behoefte aan hebben. Als ik zin heb om te dansen, weet ik wel wie ik moet bellen, snap je? Ik ben connected. Maar wel op zo'n manier dat het geen verplichting wordt. Ik voel me niet stom als ik op zaterdagnacht denk: het is goed met jullie, ik ga thuis zitten met een film en een pannetje soep.'
In Hemel zat te veel naakt, die hebben we af moeten zetten. Dat je dáár een Gouden Kalf voor hebt gewonnen, belachelijk.
'Van de zotte. En nog erger was dat ik daarna allemaal rollen kreeg aangeboden waarvoor ik uit de kleren moest. Ja dikke reet zeg, zoek het uit. Sjongejonge, ik ben geen pornopoes. Dus daar was ik heel duidelijk in: ik ga niet uit de kleren, zoek iemand anders. En over mensen haten uit het vak: ik ben gezegend, het is namelijk echt een leuk vak. Er zitten bijna geen stomme mensen tussen.'
Is het acteerwereldje een apenrots? Waar mensen met een carrière van dertig jaar bepalen wie er wel en niet op mogen?
'Ik weet van sommige gezelschappen en filmproducties dat dat een beetje apenrotsen zijn. Waar alfa-apen sommige mensen eraf stoten. Of nou ja, dat het in ieder geval heel hiërarchisch is. In Engeland is dat heel heftig. Acteurs die mensen van het licht als voetvolk behandelen. Dan haal je echt het bloed onder mijn nagels vandaan. Ook in Nederland zijn er wel mensen met die trekjes, die hebben zeg maar veel ruimte nodig. Ik hoop niet zo iemand te worden. Soms schaam ik me wel eens om te zeggen dat ik acteur ben, weet je dat? Het heeft iets heel ijdels, zo van: kijk mij eens lekker de hele dag een beetje gek doen. Als je in Nederland zegt dat je acteur bent, kun je aangekeken worden of je de hogeschool voor lapzwansen hebt gedaan. Dat is niet prettig. Als ik op reis ben in het buitenland, lieg ik soms zelfs. Zeg ik dat ik hasjhandelaar ben. Of dat ik vilten lappen voor de kinderboerderij maak.'