James Worthy

‘Ik wist bijna zeker dat dit boek me rijk zou maken’

Toen hij 'm schreef, dacht James Worthy dat zijn boek een daverend succes zou worden. Achteraf bleek hij echter iets te optimistisch. 'Ik overgiet mijn romans met spiritus en gooi een doosje lucifers naar mijn zoon.'

James Worthy

Mijn zoon en ik staan in de buurt van Vogelenzang naast grote stapels boeken. Het zijn tien stapels en op elke stapel liggen 53 boeken. Een maand geleden kreeg ik een mail van de uitgever waarin stond dat hij ‘een aantal’ exemplaren van mijn in 2019 verschenen roman ging vernietigen. Dat aantal was 530. Ik vond het verdrietig om te lezen. Aan het einde van de mail schreef hij dat ik alle exemplaren voor 10 procent van het verkoopbedrag mocht opkopen. Het voelde alsof hij mijn boeken had ontvoerd en per elektronische post om losgeld vroeg.

Toen ik het boek schreef, wist ik bijna zeker dat het een succes zou worden, maar het werd geen succes. Nederland was niet klaar voor mijn verhaal. En België ook niet. Niemand was klaar voor mijn onversneden pathetiek in een jasje van magisch realisme. Het boek gaat over een man die in de krant leest dat er een wolf in Nederland is gesignaleerd. De man zoekt de wolf op en laat zichzelf opeten. Waarom, hoor ik u en alle mensen die het boek vertikten te kopen denken. Tja, ik ga geen spoilers geven natuurlijk, maar het draait om een zoektocht naar veiligheid. In de buik van de wolf denkt de man veilig te zijn.

In de mail die ik terugstuurde, schreef ik dat ik de boeken wel op wilde kopen, en dat ik ze dan zelf zou gaan vernietigen. Dit vond hij gek.

‘Je kunt ze toch zelf verkopen? Zet er een handtekening in en verkoop ze voor 30 euro,’ schreef hij.

‘Als jij ze niet kan verkopen, kan ik ze ook niet verkopen,’ stuurde ik terug. Drie dagen later stond onze huiskamer vol dozen.

Mijn zoon en ik staan in een weiland in de buurt van Vogelenzang. We staan naast grote stapels boeken. Hij vraagt of het nog lang gaat duren. Het duurt hem te lang, maar hij is nog jong. Hij kan mijn pijn niet begrijpen.

Ooit las ik in een boek dat de zoon van Markies de Sade na de dood van zijn vader alle ongepubliceerde manuscripten had verbrand. Ik vond dat zo pijnlijk. Al die zinnen. Al die komma’s. Gereduceerd tot vlammen. Ik overgiet mijn romans met spiritus en gooi een doosje lucifers naar mijn zoon.

Het einde van de desbetreffende roman schreef ik in een klein dorpje in het noorden van Groningen. Ik verbleef zeven weken lang in een prachtig landhuis. Er waren pauwen en bomen en er zaten scheuren in de muren door alle aardbevingen. Het was een flinke investering, maar ik wist bijna zeker dat dit boek me rijk zou maken.

Mijn zoon steekt de stapels aan en van een afstandje kijken we naar de crematie van mijn fantasie.
‘Het is een mooi vuurtje, pap, maar hadden we die boeken niet gewoon zelf kunnen verkopen? Dan hadden we misschien rijk kunnen worden,’ zegt hij.
Ik kijk omhoog en wijs naar de grijze letterlucht.
‘We zijn al rijk. En nu hebben de wolken tenminste iets om te lezen,’ zeg ik.

Column
  • iStock, Videologia