Streek van de week: eigen vlaai eerst

Nieuwe Revu belicht vanaf deze plek wekelijks over belangwekkend nieuws uit de regio. Deze keer: de bakkers van Limburg...

Nieuwe Revu belicht vanaf deze plek wekelijks over belangwekkend nieuws uit de regio. Deze keer: de bakkers van Limburg vrezen hun eigen succesnummer.

Ze mag dan een standbeeld hebben op het station van Weert, maar als je er even over nadenkt heeft Antje van de Statie haar bloedeigen provincie het brood uit de mond gestoten. Of beter gezegd, de vlaai. Begin twintigste eeuw struinde Antje van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat de perrons af om haar zelfgebakken vlaaitjes te verkopen aan hongerige treinreizigers. Die waren zo lekker dat binnen de kortste keren ook de tien andere provinciën (Flevoland bestond nog niet) als een blok voor de vlaai vielen.

Nou, dat hebben we geweten. Sindsdien vreten we ons misselijk aan van die diepgevroren krengen uit de supermarkt. Of nog erger, de creaturen van MultiVlaai (wij noemen de gesorteerd fruitvlaai, de pêche melbavlaai en de stroopwafelvlaai). Wat ooit de trots van Limburg was, is door deze misbaksels gedegradeerd tot een verlept stukje patisserie. En authentiek Limburgse lekkernijen als de krosjelevlaaj, de greumelkesvlaaj en de knubbelkesvlaaj? Vraag er een warme bakker boven de rivieren naar en hij zal je aankijken alsof je een kapsalonnetje hebt besteld.

Lees ook: Streek van de week: lachen als een visboer met kiespijn

Dit kan zo niet langer, vond bakker Frank van Eerd van de Bisschopsmolen uit Maastricht. Hollanders moeten met hun protestantse poten afblijven van het kroonjuweel van onze streekgerechten. Eigen vlaai eerst! En dus klopte hij met medebakkers, fruittelers en meelleveranciers aan bij het provinciehuis. Om te zorgen dat de Limburgse vlaai een beschermde Europese status krijgt. Elzasser zuurkool komt uit de Elzas, Brusselse grondwitlof uit Brussel, parmaham uit Parma, dus komt een Limburgse vlaai uit Limburg. Gebakken volgens strikt vastgelegd receptuur en gevuld met fruit uit de streek (en dus niet met mango’s, MultiVlaai!).

En precies daar wringt de sjoon (da’s Limburgs voor schoen). Want de Limburgse bakker die zijn appels ingeblikt en wel importeert uit Italië is straks mooi de Sjaak. En het ambachtslied dat toevallig een keilekkere bananenvlaai bakt, mag zijn pronkstuk dan ineens niet langer het predikaat Limburgs meegeven. En meer in het algemeen: rijzen de kosten van een Limburgse vlaai door al die strenge eisen straks niet de pan uit? De bakkers zien de zakkenvullers van MultiVlaai al in hun vuistje lachen.

Het is amper te bevatten dat de Limburgse vlaai haar eigen bakermat zo zwaar op de maag ligt. Zo zou Lilian Korsten van Bakkerij Korsten in Weert een beschermde status omarmen: ‘Als echte Limburger heb ik geen keus. De vlaai zit in het verdomhoekje. Daar mag best een beschermlaagje overheen.’ Daarentegen moet Jos Lamers uit Venlo (volgens Geert Wilders de maker van ons vaderlands allerlekkerste kersenvlaai) ervan gruwelen. ‘Meneer, er staat een fabriek in Bolsward waar ze Limburgse vlaaien maken. Wat doe je eraan? De een doet jam tussen zijn tompoucen, de ander gele room, maar het blijven tompoucen. Laatst was ik bij een bakker in Amsterdam. Weet je waar hij het meest van verkocht? Bossche bollen. Dus die beschermde status? Boeien!’

Tekst: Danny koks