Filemon Wesselink is wielerliefhebber. In het 155 paginas tellende verslag van het eerste jaar van Michael Boogerd als ploegleider van de bescheiden wielerploeg Roompot, zien we hem bijna genieten.
Hij zit bij Boogerd in de auto bij kleine wedstrijden waar de koers wordt gerund vanuit een krakkemikkig busje voor minder validen. Hij ziet renners bij de auto komen voor bidons, handschoenen, pijnstillers en cafeïnepillen. Hij hoort hoe een altijd kritische Boogerd maar moeilijk kan verkroppen dat niet al zijn renners leven voor de sport zoals hij er zelf altijd voor leefde. Wesselink beschrijft die observaties uit het hart van de koers; clean, zonder valse romantiek. Hierdoor is De Ronde van Boogerd een interessant alternatief voor de boekjes van Mart Smeets.
Het portret van Boogerd is zeker ook interessant. Vooral omdat aan het einde alle openheid van de grootste Nederlandse renner van de laatste decennia, kritisch op de helling gaat. Een groot deel van het boek is geschreven vanuit het perspectief dat Boogerd inderdaad doping gebruikte, maar vooral slachtoffer werd van de hysterische dopingjacht. De uiteindelijk conclusie vat de essentie van de koers perfect samen. We weten nooit alles. En dat is maar goed ook.
? ? ? ?