James Worthy

Vrouw met de hamer

‘Mijn moeder is een vrouw van 68 die alleen woont, maar ik hoef me nergens zorgen om te maken’

James Worthy

In de gangkast van mijn moeder zie ik een hamer liggen. Het is de oude hamer van mijn vader. De hamer is ouder dan ik. Toen ik klein was, lag de hamer in de keukenla. ‘Waarom ligt de hamer in de gangkast?’ vraag ik aan mijn moeder.

‘Gewoon. Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn, jongen. Ik ben een vrouw van 68 die alleen woont. Ik wil niet achterdochtig of angstig overkomen, maar ik moet wel realistisch blijven. Je leest bijna wekelijks over oude mensen die in hun eigen huis worden overvallen. Door mannen in hesjes die doen alsof ze voor een energiebedrijf werken bijvoorbeeld. Daarom ligt de hamer in de gangkast,’ zegt ze, voordat ze naar de keuken loopt en de oude waterkoker met kraanwater vult.

We drinken een kopje thee in de huiskamer. Mijn moeder drinkt al jaren thee uit hetzelfde lichtblauwe kopje. Het is haar kopje. Dat vind ik het mooie aan ouder worden. Als je jong bent, wil je alles. Als je oud bent, neem je genoegen met een theekop. ‘Maar wat doe je dan als zo iemand je trappenhuis is binnengedrongen?’ vraag ik.

‘Dan verbrijzel ik al zijn vingers,’ zegt mijn moeder. Ze slaat drie keer met een onzichtbare hamer in de lucht.

Aan de ene kant vind ik dit een bijzonder verontrustend antwoord, maar aan de andere kant stelt het me gerust. ‘Al zijn vingers ook echt. Twee verbrijzelde vingers zijn niet genoeg?’ vraag ik.

‘Ik ben een vrouw van 68. Laatst vulde ik mijn geboortedatum in op een website en toen zag ik dat ik bijna op mijn 25.000ste dag zit. Gedurende deze dagen heb ik veel geleerd. Mensen die vrouwen van 68 overvallen, hebben overduidelijk geen hart. Waarom zou ik op dat soort momenten dan te koop moeten lopen met mijn hart? Met genade? Dan overleef ik het niet, jongen.’

Ik loop naar de gangkast toe en pak de hamer. Toen ik klein was, was het de zwaarste hamer ooit. Op dagen dat ik me niet sterk voelde, kon ik hem met geen mogelijkheid uit de keukenla optillen. Dan veranderde de hamer in het zwaard van Koning Arthur.

Mijn moeder en ik staan in de keuken. Op het aanrecht liggen tien ongekookte knakworsten. Ze slaat zachtjes met de hamer op de meest rechtse worst. ‘Kom op, mam! Deze worsten proberen al je spaargeld te stelen. Ze willen thee gaan drinken uit jouw kopje! Dit is kneuzen, geen verbrijzelen. Dit is Bas van Toor, geen Thor,’ schreeuw ik.

Mijn moeder slaat drie keer op haar allerhardst op het aanrecht. De knakworstschilfers vliegen door de lucht. Mijn moeder heeft de hotdogs op vakkundige wijze koud gemaakt.

Terwijl ik de keuken schoonmaak, legt mijn moeder de hamer terug in de gangkast. Mijn moeder is een vrouw van 68 die alleen woont, maar ik hoef me nergens zorgen om te maken.

Column
  • iStock