Recensie: Villagers - Where Have You Been All My Life?

Een Ierse gevoelige jongen die zijn eigen songs ‘covert’. Saai? Nope, behoorlijk fraai. Mark our words: dé plaat om a...

Een Ierse gevoelige jongen die zijn eigen songs ‘covert’. Saai? Nope, behoorlijk fraai.

Mark our words: dé plaat om achteloos te prijzen tijdens een date of andere sociale aangelegenheid de komende maanden is de nieuwste Villagers. De buzz is merkbaar: iedereen gaat langzaam plat voor deze plaat. Villagers? Ja, Villagers. Een Ierse groep, die stiekem geen groep is. Het is het vehikel van Conor O’Brien, een gevoelige jongen uit Ierland. U weet wel – zo’n type dat je tegenkomt als je die ene keer in het jaar een Ierse pub binnen rolt, al behoorlijk lam van elders gedronken Duvels. Je denkt te gaan scoren – natuurlijk denk je dat – maar helaas pindakaas: op het podium zit een mannetje met een baardje. Hij aait wat over een akoestische gitaar en zingt een cover van 74-75, van The Connells. Zo’n ventje is dus Conor O’Brien, een naam die het waarschijnlijk goed doet als je het wedstrijdje ‘bedenk de meest cliché- matige Ierse naam denkbaar’ speelt.

Maar genoeg over al die vooroordelen, want eerlijk is eerlijk: die Conor O’Brien kan er wat van. Zijn vorige twee platen waren al behoorlijk schoon. Mooi gespeelde folk, en wat een sublieme stem. Ja, als je op zoek bent naar keiharde kicks, dan is O’Brien niet je man. Wel als je de testosteron even buiten beschouwing kunt laten en gewoon wilt genieten. Dan is Villagers een geschenk uit de hemel. Al betekent dat niet dat er niks mis met Villagers is. Halfweg plaat of concert weet, of wist, je het meestal wel. Meisjes hebben de superkracht eindeloos te zwijmelen bij deze muziek, maar voor al de rest mocht het vaak net wat spannender.

Lees ook: Recensie: De Staat - O

Met zijn derde plaat, het redelijk profetisch getitelde Where Have You Been All My Life?, is het allemaal net wat anders dan hiervoor. O’Brien heeft namelijk iets ludieks bedacht: de cd bevat songs en covers die hij al eens eerder met anderen opnam. Deze keer live opgenomen, maar dan wel zonder publiek. Een soort unplugged, met O’Brien in de rol van band én publiek. Het heeft vrijwel louter nieuwe versies van zijn materiaal opgeleverd, en op die wijze ook een volwaardig nieuw album.

Openen doet hij met Set the Tigers Free, en jeetje, wat een kracht zeg. Veel minder gepolijst dan het origineel op zijn debuut, en voorzien van een paar jaar meer levenservaring. Daarna volgt Everything I Am Is Yours, de Brits aandoende popsong die in een betere wereld a) op de radio te horen zou zijn en b) door Coldplay zou zijn opgenomen. Als die zich niet druk zouden houden met plat opportunisme.

https://www.youtube.com/watch?v=OYoKpA_SlDs

Andere hoogtepunten? Courage, dat klinkt alsof het al decennia in de Top 2000 staat, een liedje dat niet heel veel divisies onder Leonard Cohen speelt. Ook niet qua heerlijk understatement in de tekst: ‘It took a little lover / But then we parted’. Of: relaties in een notendop. Ook heel mooi: Hot Scary Summer, dat ontdaan is van zijn brave jasje, en de afsluiter Wichita Lineman, een evergreen. Het origineel is van Jimmy Webb, maar O’Brien maakt er helemaal zijn song van. Modern, fris en gevoelig, zonder een seconde aanstellerig te zijn. Een cover die beter is dan het origineel. En ongetwijfeld een van de prijsnummers als O’Brien met zijn kornuiten later dit jaar naar de festivals komt.

Tegen die tijd heb je deze cd, zoals we in de opening aangaven, al te pas en te onpas bij al het vrouwelijk schoon geplugd. Niet alleen omdat het allemaal erg mooi is, maar vooral omdat O’Brien – en de meeste singer-songwriters – zelden zo down to earth heeft geklonken. Geen aanstellerij, geen malle hoedjes, geen gesimuleerd hartzeer. Gewoon een pak mooie liedjes, zonder opsmuk perfect uitgevoerd. Where Have You Been All My Life? Goeie vraag, die nu een antwoord kent.

Tekst: Vincent Cardinaal

https://www.youtube.com/watch?v=K9Ib6_o2WVI