Jörgen Raymann: 'Ik ben gestopt met theater' 

Wat niemand nog weet, maar nu wel: grapjurk Jörgen Raymann (56) heeft zijn lolbroek aan de wilgen gehangen. Er is een nieuwe Raymann actief die bezig is om bedrijven te helpen groeien en andere inzichten te geven. Aan Nieuwe Revu vertelt hij over zijn afscheid van de bühne, humor en dingen die misgingen in zijn leven: ‘Ik had een droom waar ik op mijn vijftigste zou moeten zijn. Maar het liep anders: everything went to shit.’

Jörgen Raymann

Eerst even over je achternaam. Die dubbele n op het eind, waarom is dat?
‘Raymann is van oorsprong een Duitse achternaam. Mijn voorvader was een timmerman-houtbewerker die vanuit het Duitse Kervenheim naar Roermond is verhuisd. Een van zijn zoons is toen naar Suriname gegaan en dat was mijn betovergrootvader. Die is getrouwd met een Nederlandse vrouw in Suriname, ze hebben drie kinderen gekregen en hun zoon was mijn overgrootvader. Die is getrouwd met de dochter van een slavin en een Hindoestaanse immigrant. Dat is dus alleen het stukje van mijn vaders kant: daar zit het Duitse, Afrikaanse en Indiase vleugje van mijn bloed.’

Vandaar dat je zo’n talenman bent: er zit een hele mix van achtergronden in je DNA gebakken.
‘Vanuit mijn roots heb ik heel veel cultuur meegekregen en ik heb me altijd ook geïnteresseerd voor talen. In Suriname leer je altijd een woordje Hindoestaans en spreek je wel een mondje Javaans. Ook krijg je wat Chinees mee; van iedereen leer je wel wat. Dat talige heeft er dus altijd wel in gezeten bij mij.’

Waar ben je momenteel druk mee?
‘Ik werk voornamelijk met en voor ondernemers. Ik ben Chief Inspiration Officer bij Lenard & Lenard, een bedrijf dat zich specialiseert in performance. We zijn met drie main topics bezig: cybersecurity, werving & selectie en diversiteit & inclusie wat wij multipliciteit noemen, de kracht van het geheel. Ik hou me vooral met dat laatste segment bezig. Daarbij verdiep ik me in de kracht van het geheel, werkgeluk, het geven van feedback op een manier die bijdraagt aan teambuilding en we coachen captains of industry op inspirerend leiderschap zodat zij maximale resultaten kunnen behalen binnen hun bedrijf. Vooral onze multipliciteitsaanpak spreekt bedrijven erg aan – we bieden een oplossing voor de gehele organisatie die laat zien dat multipliciteit leuk is en waar iedereen op een duurzame manier zijn/ haar bijdrage aan kan leveren. Zonder dat wij de schuld bij een partij neerleggen, geven we mensen inzicht in het gedrag van zichzelf en de ander en focussen we op hoe we gebruik kunnen maken van de kracht van het geheel in plaats van mensen buiten te sluiten. We geven inzicht in hoe organisaties rendement kunnen halen uit hun diverse organisatie, hoe ze bedrijfseconomische kansen kunnen grijpen en daarbij het werkgeluk van medewerkers kunnen vergroten. We gaan hier diverse seminars voor organiseren waaraan experts op verschillende gebieden meewerken. Daarnaast is er een programma voor de gehele organisatie. Ik gebruik hiervoor mijn eigen ervaring en mijn kracht om mensen met elkaar te verbinden.’

Dit klinkt als werken mét mensen, terwijl je als cabaretier en presentator altijd vóór mensen aan het werk bent. Wat je nu doet, is dat leuker?
‘Ik had me altijd al voorgenomen dat ik ongeveer tot mijn 55ste op het podium wilde blijven om daarna iets anders te gaan doen met mijn leven. Ik weet van mezelf dat ik vrij onrustig ben en dat ik op een gegeven moment nieuwe uitdagingen wil. Ik zou in 2020 nog één grote musical doen met Paul de Leeuw en Simone Kleinsma: Hello, Dolly. Paul en ik zouden afwisselend de rol van Horace spelen; hij had zijn première op 8 maart, ik zou de mijne hebben op 14 maart. Maar op 13 maart gingen de theaters dicht. Toen die musical werd gecanceld, was ik 80 procent van mijn jaarinkomen kwijt, dus ik vond dat ik iets anders moest gaan doen. Ik was al aan boord bij Lenard & Lenard doordat ik een paar jaar eerder wat uitdagingen had gehad met mijn eigen performance. Ze boden me een positie aan binnen het bedrijf en zodoende ben ik op mijn 54ste gestopt met theater in plaats van een jaar later. En ik moet zeggen: ik heb het ontzettend naar mijn zin. Ik geef workshops en trainingen en ben dus eigenlijk nog steeds aan het performen: mijn presentatie- en podiumervaring gebruik ik om anderen te laten groeien. Natuurlijk met de nodige humor, want ik geloof er heilig in dat je met humor meer kan bereiken dan met louter droge en serieuze presentaties. Moeilijke onderwerpen maak ik met humor bespreekbaar. Hierbij spaar ik mezelf niet en gebruik ik mijn eigen ervaring om zaken te duiden. De vele voorbeelden die vaak ook als grappig ervaren worden, helpen daarbij. En met humor kun je de scherpe kantjes eraf halen.’

We maakten ons al zorgen dat de humor was verdwenen uit je leven, maar je maakt dus nog steeds grappen.
‘Sterker nog, ik doe één à twee keer in de maand stand-upshows in kleine clubs. Ik doe dat met vrienden en ben dan onderdeel van een line-up comedyshow, mijn deel duurt dan 15 tot 20 minuten. Bijvoorbeeld in het Comedy Café in Utrecht, soms ook in Amsterdam of Eindhoven, laatst in Vinkeveen. En op aandringen van mijn vrienden doe ik samen met hen de Ramadan Conference: twaalf shows van eind februari tot eind maart. Ik vind het leuk en het houdt me ook scherp. Wie me eens wil komen opzoeken is van harte welkom, ik post er meestal vooraf wel iets over op m’n Instagram Stories. Wel ben ik minder actief op sociale media geworden, mijn werkgebied speelt zich nu meer af op LinkedIn.’

Ja, je hebt ook niks meer te pluggen natuurlijk, nu je niet meer met een eigen show in de theaters staat.
‘Zo is het. Maar als ik dus nog eens ergens een kort dingetje aan comedy doe, dan meld ik dat even op m’n storyline.’

Je nam net het harde woord ‘gestopt’ in de mond; maar is dat definitief? Komt er geen nieuwe voorstelling van Jörgen Raymann meer?

‘Zoals de wereld er nu uitziet, ben ik gestopt met theater. Ik wil ook niet de Surinaamse Heintje Davids worden die na een tijdje zegt: “Ik wil toch wel weer.” En toch zeg ik nooit nooit. Misschien gaat het na een tijdje een keer prikkelen waardoor ik weer met een tourtje op het podium ga staan. Dat zou dan wellicht een kortere zijn van misschien tien voorstellingen of zo. Maar echt dat lange touren, honderd voorstellingen in een seizoen door heel Nederland, dat zie ik niet meer zitten.’

Je grote schare fans zal je typische manier van een grap opbouwen en die vervolgens geweldig uitstorten wel missen. Hoe zou jij je eigen stijl willen typeren? ‘Met mijn humor heb ik altijd een aantal thema’s aangeraakt. Door middel van het spelen van typetjes, zeker op televisie, probeerde ik verbanden te leggen tussen verschillende culturen en vooroordelen uit te vergroten om te laten zien hoe belachelijk ze zijn. Dat heb ik geprobeerd uit te beelden met onder anderen Achmed de slager, met stadswacht Edsel, met Tante Es. Mijn humor is soms een beetje grof, maar ik heb nooit humor willen gebruiken om mensen te kwetsen. Het moest altijd wel leuk blijven voor iedereen.’

Ligt daar de grens voor jou? Zodra het sarcastisch of beledigend wordt, keur je het af?
‘Nee, iedereen moet zijn of haar eigen grens bepalen. Bovendien is niemand verplicht om naar humor te kijken; je kiest zelf of je de televisie aanzet en of je wel of niet naar het theater gaat. Maar voor mij geldt dat bepaalde humor me wel aanspreekt, en andere humor niet. Niets is zo subjectief als je gevoel voor humor. Dat is iets wat we ook moeten leren in Nederland. Je kunt geen stempel plakken op cabaretiers, zo van: die is niet grappig en die wel. Iedere comedian heeft een eigen humorstijl die een bepaalde groep aanspreekt, en daarmee heeft diegene een eigen publiek om zich heen verzameld. De één heeft een grote groep liefhebbers, de ander een kleinere groep.’

Benieuwd naar de rest van het interview? Je leest 't in de nieuwste Revu.

Interview
  • Andries Jelle de Jong
  • YouTube