Het is nog vroeg in Nijkerk, wanneer ik sjokkend door de straten van het centrum loop. Terwijl de mensen langs winkels slenteren die in ieder dorp in Nederland langs te slenteren zijn, en dingen aanwijzen als een nieuwe föhn, een paar hardloopschoenen of een vaasje voor op de vensterbank, loop ik in de richting van eetcafé Princesse, waar ik afgesproken heb met Thérèse Klompenhouwer, onbetwist de allerbeste biljartster ter wereld. Een paar weken geleden won ze nog het WK in Valencia, maar ze reist de hele wereld over om haar driebandcaramboles aan het grote publiek te laten zien.
Als ik het café binnenkom, onderbreekt ze meteen haar gesprek. Ze vraagt of ik koffie wil, en springt gelijk achter de bar. Terwijl Thérèse koffiezet, loop ik even naar het achterzaaltje, waar de biljarttafels staan. Ook daar is het rustig. In de hoek staan twee bejaarden – een lange en een minder lange – in een zeer traag tempo te biljarten. De lange is aan de beurt. Tergend traag legt hij zijn keu achter de bal. Als in slow-motion stoot hij.
‘Móóie bal!’ roept de andere man direct na de stoot. ‘Móóie bal!’ roept hij voor de zekerheid nog maar eens. Dan komt de bal tot stilstand, zonder één andere bal geraakt te hebben.
‘Nou, hij doet het niet, hoor,’ verzucht de andere man beteuterd.
‘Nee, ja, dat zal je net zien.’
‘Te vet. Hij was gewoon te vet.’
De andere man knikt. De bal was inderdaad wel een beetje te vet.
Biljarten heeft geen status meer. Ik moet alles zelf doen
Twee Koreaanse bedrijven
Dan staat Thérèse achter me, met de koffie. We laten de mannetjes voor wat ze zijn en gaan aan een tafeltje zitten.
Hé Thérèse, ik neem het gesprek op, oké? Niet dat ik je verkeerd citeer en je de hele biljartwereld achter je aan krijgt. Ik weet niet of dat een giftige wereld is?
‘Nou,’ begint ze te vertellen, ‘het is tegenwoordig wel een beetje anders, hoor.’
Oh?
‘Er is een nieuwe bond bij gekomen, een nieuwe competitie, zeg maar. Hetzelfde als wat je vroeger met het darten had. Dat er ineens een splitsing komt.’
Maar waarom dan? Was de oude niet meer goed genoeg?
‘Nou ja, het is dus de PBA. Twee Koreaanse bedrijven hebben gewoon ineens een nieuwe bond opgericht.’
Wereldwijd?
‘Tot nu toe alleen in Korea. Maar als je daar meedoet, word je geschorst in de rest van de wereld. Je moet kiezen.’
En schrijven mensen zich daarvoor in?
‘De overgang van echt goede spelers blijft voorlopig uit, er zijn er maar een paar overgelopen.’
En dat zijn toevallig Koreanen?
‘Nee, anderen. Die gewoon tien keer per jaar op en neer reizen naar Korea.’
Echt? Maar dan mag je nergens anders meer biljarten?
‘Nou ja, in sommige competities nog wel, maar voor de grote nationale en internationale toernooien en competities word je geschorst.’
Maar waarom zou je dat dan in hemelsnaam doen?
‘Voor het geld. De hoofdprijzen zijn wel veel groter, ja.’
En jij? Overweeg je het?
‘Ze hebben me wel gevraagd, maar ik ben bij de andere bond gebleven. Ik ben een winnaar. Ik wil gewoon titels winnen. En ik wil van de beste mensen winnen. Ik krijg nu de kans om in de grote toernooien tussen de mannen te spelen. En ik wil nog meer WK-titels winnen, dat soort dingen.’
Gemengde sport
Misschien een rare vraag: maar waarom is biljarten geen gemengde sport? Ik bedoel: het is toch niet zo dat vrouwen minder goed in staat zijn tot biljarten dan mannen?
‘Officieel is het een gemengde sport, maar voor de mannen zijn er wel meer mogelijkheden, omdat er meer toernooien zijn, waar meer geld in omgaat.’
Ik snap dat het bijvoorbeeld bij wielrennen met spiermassa te maken heeft, maar bij biljarten is er toch geen enkele reden om mannen en vrouwen te scheiden?
‘Dat klopt. Maar je moet het zo zien: je gaat biljarten omdat je ermee in aanraking komt. Anders ga je gewoon tennissen, hockeyen of voetballen. En jongens stromen gewoon makkelijker door. Die zeggen gewoon makkelijker op hun zeventiende: ik ga hiermee door. Meisjes gaan vaak toch liever studeren, andere dingen doen.’
Vind je dat jammer?
‘Tuurlijk. Je moet eigenlijk zorgen dat je echt heel goed bent, voordat je het huis uit bent.’
Zoals jij? Of ja, jij hebt dan ook het geluk dat je begenadigd bent met veel talent en aanleg – anders word je niet de beste van de wereld, toch?
‘Nou ja, ik heb er ook hard voor moeten werken. Ik kon ook echt goed tennissen. Dat heb ik uiteindelijk laten vallen. Maar toen won ik het EK, kreeg ik een status van het NOC*NSF, en toen dacht ik: weet je wat, ik stop met werken en ga het gewoon proberen.’
Volgens het NOC*NSF ben je dus een erkend topsporter. Maar waarom lezen we dan nooit iets over jou?
‘Biljarten heeft geen status meer. Ik moet alles zelf doen. Ik krijg heel netjes van het NOC een brief als ik wereldkampioen word. Een felicitatie van Teamnl. Maar ik word niet meer financieel ondersteund. Dat was eerder wel zo, toen had ik gewoon een A-status.’
Dus je leeft van het prijzengeld.
‘Nou ja, er komt steeds wat meer geld los bij de vrouwentoernooien. Dat is wel lekker.’
Ja? Komt het geldschip langzaam binnenvaren?
‘Het kruipt omhoog. Vorig jaar hadden we op het WK voor het eerst prijzengeld. 2000 euro voor de winnaar.’
Tweeduizend. Voor de beste biljartster van de wereld.
‘Ik weet hoe je denkt, en ik ben het met je eens. Maar dit jaar was het wel verdubbeld, dus het wordt beter. En ik heb goede sponsors. Daar ben ik wel echt afhankelijk van.’
En nu? Wat wil je nog?
‘Ik wil gewoon alles blijven winnen, NK’s, WK’s, alles. Bovendien zit Nederland weer een beetje in de lift. We hebben hier laatst een wereldbekertoernooi gehad. Dat is wel mooi. Die was afgelopen oktober in Veghel.’
Het wereldbekertoernooi biljarten in Veghel.
‘Ja. En in 2020 en 2021 ook. En Ziggo zendt het uit. De bond heeft ook een contract met Eurosport, dat werk.’
Het komt goed?
‘Ja, ik denk het wel.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Alexander Schippers