Ik ben op weg naar Sandra de Wilde, de beste hoefsmid van Gelderland. Sandra is niet alleen hoefsmid van beroep, maar ze doet het ook als sport. Tijdens het NK hoefsmeden kwalificeerde ze zich, als enige vrouw, voor het EK. Ik verwacht een enorme vrouw met twee kubieke meter spiermassa, die me, zwijgend en nors, met haar zwartgeblakerde handen naar de donkere en vettige smederij wijst. Ik denk aan alle smeden die ik op televisie, in films en in boeken voorbij heb zien komen, en als Sandra de helft van dat vooroordeel waarmaakt, dan moet het er inderdaad ongeveer zo uitzien. Ik rij de oprit bij de oude boerderij in Heerden op, waar ook de smederij staat van Sandra en haar man. Meteen komt haar man naar me toe lopen. Sandra staat binnen het vuur aan te maken. Samen lopen we naar binnen, de werkplaats in.
Binnen draait Sandra zich meteen naar me om. Haar blonde haren vallen in lange lokken over haar schouders, haar gezicht is opgemaakt en ze lacht. Even twijfel ik: is dit haar wel?
Ik moet even schakelen, hoor. Je ziet er helemaal niet uit als een smid.
Sandra begint te lachen. We gaan aan een grote tafel zitten die midden in de werkplaats staat. Sandra drinkt koffie, ik een glas water.
‘Nee, klopt,’ antwoordt ze dan, ‘dat hoor ik wel meer. Mensen denken toch al snel aan Hoefnix, van Asterix en Obelix, en dan krijgen ze mij ineens voor hun neus. Mensen denken vaak dat smeden toch een soort smerige figuren zijn. Nou ja, dan bewijs ik misschien een beetje het tegendeel.’
Even valt er een kleine stilte. In de hoek van de smidse staat het open vuur te blazen. De geur van de brandende kolen is overal om ons heen. Waar ik een donker, vettig hol had verwacht, is Sandra’s werkplaats licht en schoon. Bij de muur staan twee grote aambeelden, en twee tafels met gereedschappen. Overal dringt het voorzichtige zonlicht naar binnen, door de ramen in de netjes gewitte muren.
Verrassingsijzer
Eerlijk is eerlijk, ik ben nog nooit in een smederij geweest, maar ik vind het echt mooi hier.
‘Dank je,’ lacht Sandra breeduit. ‘We hebben deze boerderij pas net, we hebben hem net gekocht. Dit was een oude koeienschuur, ooit, die we helemaal aan het verbouwen zijn. Voor de meeste mensen ligt de prioriteit bij het verbouwen van zo’n oude boerderij bij het woongedeelte, maar voor mij is dat toch echt deze plek, zodat ik aan de slag kan.’
Als jij een dag niet smeedt, word je diep ongelukkig?
Nou, dat valt gelukkig nog wel mee. Als ik te veel train is het allemaal ook wel behoorlijk blessuregevoelig.’
Serieus?
Het werk als hoefsmid is sowieso niet goed voor je rug, je armen, je ellebogen, je heupen, nou ja, eigenlijk is het overal wel slecht voor. Ik heb ook wel echt diverse blessures gehad. Nekhernia, rughernia, tennisarm.’
Voor een leek is het niet zo goed te zien, maar er zijn heel veel variaties in hoefijzers
Leuk beroep.
Sandra lacht een keer, toch ook wel een beetje als een boer(in) met kiespijn, en lijkt in haar hoofd al haar blessures nog eens een keer na te lopen. Dan kijkt ze over haar schouder, naar het vuur dat nog altijd hoog en bloedheet oplaait onder de afzuigkap. ‘Nou ja, laat ik het zo zeggen: het is zó leuk dat ik ondanks alles gewoon toch maar doorga.’
Toch heb ik wel het gevoel dat hoefsmid toch een soort half uitgestorven ambacht is. Klopt dat? Of zit ik er dan echt helemaal naast?
‘Eigenlijk valt dat best mee. Er zijn in Nederland een half miljoen paarden, ja iemand moet daar hoefijzers voor maken. Hoe meer paarden, hoe meer hoefsmeden, natuurlijk. En, nou ja, daarnaast doe ik ook nog aan hoefsmederij als sport. Dat is gewoon een uit de hand gelopen hobby, waar ik toevallig voor mijn werk ook veel aan heb.’
En jij bent dus de enige vrouwelijke Nederlandse hoefsmid?
‘Nou, nee, ik ben de enige die op het hoogste niveau aan wedstrijden meedoet.’
En hoe werkt dat dan? Je rijdt dan met je spullen naar zo’n wedstrijd? En dan?
‘Een week of zes van tevoren begin ik te trainen. Dan rij ik daarnaartoe, daar krijg je je ijzers, kun je nog even oefenen, en daarna krijg je ook nog een verrassingsijzer, die moet je dan ook nog maken.’
Een verrassingsijzer?
‘Ja, een surprise-ijzer, noemen ze dat. Dan heb je een uur de tijd voor je normale hoefijzer, maar dan krijg je er ook ineens nog een verrassingsding bij, om óók nog te maken in dat uur. Wat anders qua formaat, qua dikte, dat werk. En voor een leek is het niet zo goed te zien, maar er zijn heel veel variaties in hoefijzers. Dus je weet écht niet wat je gaat krijgen op zo’n dag. Of dat je in een kwartier tijd een setje ijzers moet maken.’
Littekens
Pardon? Dat is toch heel snel?
‘Ja. Inmiddels lukt dat wel, maar het perfectioneren, daar zit nog wel wat werk in. Dat gaat echt om millimeters. Er zijn maar een paar vrouwen in de wereld die ook echt smeden. Op het EK vorig jaar waren we met vijf.’
En van die vijf ben jij natuurlijk wel de beste?
Sandra begint wat verlegen te lachen. Ze plukt met haar hand een beetje aan haar haar. ‘Ik doe mijn best,’ glimlacht ze bescheiden. Haar armen zitten vol littekens van de opslaande vlammen en het hete ijzer. ‘Op het EK was ik de tweede vrouw, dat vond ik wel mooi.’
En van de mannen?
J‘a, je zit natuurlijk ook gewoon met natuurlijke spierbouw te kijken, waardoor je nooit helemaal tegen de mannen kunt opboksen. En dat is toch ook wel echt belangrijk bij het smeden. Het is niet allemaal kracht, maar het is millimeterwerk en als je moe wordt, ga je fouten maken. Dus, ja, kracht en uithoudingsvermogen zijn ook wel echt belangrijk.’
En toch heb je nooit overwogen om te stoppen?
‘Weet je, toen ik begon dachten veel mensen: hoefsmeden, dat is toch helemaal niks voor een vrouw. Ja, dan denk ik toch al snel: ik zal weleens even laten zien dat vrouwen het óók kunnen.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Alexander Schippers