Beste Boris Johnson,
Je bent een veel betere columnist dan minister. Je laatste column in The Telegraph is een lofzang op Denemarken, het land waar je een paar weken geleden mensen nog naakt vanaf de haven van Kopenhagen in het water zag springen, en waar je 25 jaar geleden ‘de zoete lucht van vrijheid inhaleerde’ – een prachtig Britse eufemisme voor jezelf suf blowen.
Denemarken associeer je, kortom, met de geest van vrijheid. Bij zo’n land past het niet, vervolgde je, om kledingstukken te verbieden, zoals Denemarken onlangs deed met de boerka. Natuurlijk is de boerka vreselijk, stelde je, maar vreselijk is geen reden voor een verbod.
Daarmee ging je kennelijk over de grens. Want je mag niet zeggen dat de boerka vreselijk is, of – zoals je deed in dezelfde typisch Brits ironische stijl van je oeuvre – de vergelijking maken met jezelf verkleden als een brievenbus. Je uitlatingen worden nu onderzocht door de Conservatieve Partij omdat ze mogelijk ingaan tegen de ‘gedragscode’, van premier May moet je excuses aanbieden, en een groep Conservatieven stelt serieus voor dat je een ‘diversiteitscursus’ volgt.
In het land van Monty Python, de beste blasfemie ooit, is het dus serieus een probleem wanneer je kritiek uit op een kledingstuk dat vrouwen, en alleen vrouwen, volledig anonimiseert in de publieke ruimte. Door ze in een kledingstuk te (laten) hullen dat meer is dan een kledingstuk, namelijk een statement voor de meest reactionaire vorm van islam en tegen gelijkheid van man en vrouw, dat communicatie en daarmee integratie onmogelijk maakt. Ook als je net als Johnson zelf tegen een boerkaverbod bent, kan ik me geen enkele reden voorstellen om een boerka als vooruitgang, of een viering van gelijke rechten te zien.
In Het Parool stond vorige week een opiniestuk van een juriste die stelde: ‘De ongefundeerde communicatieangst van de ene groep Nederlander is belangrijker dan de fundamentele rechten van de andere groep Nederlanders.’ De wereld op z’n kop: een vrouwen onderdrukkend en jezelf anonimiserend kledingstuk dragen of móeten dragen is dus een fundamenteel recht. En niet kunnen rekenen op een gelijke behandeling wanneer je je volledige fysiek en mimiek bedekt voor je medemens, dat ligt aan de ‘ongefundeerde communicatieangst’ van de ónbedekte Nederlander.
Met sommige vrouwen heb je geen mannen meer nodig om ze te onderdrukken, met sommige conservatieven heb je geen progressieven meer nodig om onderdrukkende religies een hand boven het hoofd te houden. Maar misschien snap ik het allemaal niet, omdat ik een diversiteitscursus heb gemist.