Hij trekt s nachts gewapend met een bivakmuts en een rugzakje met spuitbussen en markers ten strijde tegen de vertrutting van Amsterdam. Revu loopt een nachtje mee met de beruchte graffitispuiter Farao. Graffiti is geen kunst, het is vandalisme. De wet is er om overtreden te worden, toch?
Oké. Je mag mee. Maar op eigen risico, want je bent gewoon medeplichtig als ze ons pakken. Ik zou je renschoenen maar vast uit de kast trekken. In de luidruchtige rumoer van een bruine kroeg in hartje Amsterdam probeer ik de mysterieuze enkeling te herkennen. Mijn enige clou is de naam Farao, het pseudoniem van een van de beruchtste en meest actieve graffitispuiters van de hoofdstad.
Een uitstervende straatspuiter zoals Farao leeft in volledige anonimiteit; zelfs over een reportage als deze moest behoorlijk getwijfeld worden. Het opzoeken van de publiciteit is not done. Ze zullen hierdoor wel over me gaan lullen, maar dat laat me koud. Mensen moeten mijn shit zien.
Pieces, tags, throw-ups; de ervaren Farao heeft ze al tienduizenden keren geschreven en gespoten en wordt er dikwijls om geroemd door vriend en vijand, maar ook door zijn vele fans en bewonderaars wereldwijd. Met mijn crew zijn wij op dit moment absoluut de actiefste straatbombers in de hoofdstad. Je ziet ons overal. Daar heb ik keihard voor moeten werken en soms letterlijk voor moeten knokken.'
Lees het hele artikel op Blendle.