'Jacques Brel kotste voor ieder optreden twee emmers vol'

De onderschatte Belgische schrijver Herman Brusselmans fileert overschatte ­personen uit de ­wereldgeschiedenis: Jacques...

De onderschatte Belgische schrijver Herman Brusselmans fileert overschatte ­personen uit de ­wereldgeschiedenis: Jacques Brel.

Illustratie Steven Estorovski

Als je aan iemand vraagt om eens een paar Belgen te noemen die het gemaakt hebben in het buitenland, dan krijg je geheid ‘Kabouter Plop’ als antwoord. Dat klopt, maar er zijn ook wel wat Belgen die geprobeerd hebben om het buitenland te veroveren en die daar met scha en schande niet in geslaagd zijn. Onder hen vinden we Toots Thielemans, Hugo Claus, Stromae, Vincent Kompany en de gebroeders Van Cauwelaert, die met hun uitvinding, de waterdichte tuinslang, buiten West-Vlaanderen nooit potten hebben gebroken.

Degene in het rijtje van wie wordt aangenomen dat hij in naties als Frankrijk, Canada, Zwitserland en andere Franstalige gribussen toch wel enige rimpelingen heeft veroorzaakt, is Jacques Brel. Misschien liep hier of daar wel een dronken Fransman, een zatte Canadees en een bezopen Zwitser rond bij wie de naam Brel een belletje deed rinkelen, maar voor de rest betekende hij op mondiaal vlak het equivalent van ‘niks’, namelijk ‘drie keer niks’.

Lees ook: ‘Harry Mulisch’ ego was zo groot als het Concertgebouw’

Hij was de zoon van Urbain Brel, die huis-aanhuis bazooka’s verkocht, en Yvette Brel-De Steenkoeie, een Vlaamse actrice, die vooral doofstomme boerinnen uitbeeldde in radioprogramma’s. Brel begon te zingen toen hij vier was en toen reeds kon iedereen horen dat hij simpelweg niet kón zingen. Men hoorde dit ook toen hij twaalf was, negentien, zevenentwintig, zesendertig en ten slotte negenenveertig, toen hij op z’n sterfbed nog één liedje ten gehore wilde brengen, maar iedereen die rond het bed stond riep: ‘Arrêtez Jacques!’

Hij zong gedurende z’n carrière vooral in het Frans, maar af en toe gooide hij er een Vlaams woord of een Vlaamse zin tussen, zoals in z’n song Marieke, waarin hij zong: ‘Ah Marieke Marieke, comme tu es belle, comme tu es charmante, comme tu as une fantastique flamous, ja, die kut van jou, die is niet voor de poes.’

Lees ook: ‘Niemand zit op Floortje Dessing te wachten’

Door dat soort lyrics werd hij in Vlaanderen ‘controversieel’ genoemd, mede omdat hij over de Vlamingen beweerde dat het achterlijke nitwits waren, en dat alle Vlaamse vrouwen, op Marieke na, een scheur hadden die je aan haar stank kon herkennen vanop twee kilometer. Z’n moeder diende hierbij als voorbeeld. Brel had een oedipuscomplex, flaporen, een kleine lul, bruine tanden, een lekkende anus en voor ieder podiumoptreden was hij zo nerveus dat hij in een emmer moest kotsen, en als die emmer vol was, in een tweede emmer. Nou ja, iedereen zou zenuwachtig zijn als hij zo meteen op de planken moet om van die verschrikkelijke rotzooichansons te gaan stamelen.

Aan het eind van z’n leven trok Brel zich terug op een tropisch eiland, waar hij alsnog z’n kutliederen bleef ophoesten, met als gevolg dat alle papegaaien uit de palmbomen tuimelden. Wat was die Brel toch op alle mogelijke gebieden een schoolvoorbeeld van de complete déconfiture.