'Ik wil geen kil mens zijn'

Ruim een jaar na het overlijden van zijn moeder verschijnt Moedervlekken. Een boek dat hem tijdens het schrijven onverwa...

Ruim een jaar na het overlijden van zijn moeder verschijnt Moedervlekken. Een boek dat hem tijdens het schrijven onverwacht emotioneerde. Arnon Grunberg over relaties, leven in het huis van zijn moeder, Nederland en de angst om omgelegd te worden: ‘Ze hebben wel wat beters te doen.’

Tekst: Norbert Pek / Fotografie: Corné van der Stelt

Jaren geleden had je een prioriteitenlijst. Je schrijven stond op één, je moeder op twee, je petekind op drie, je vriendin op vier. Hoe zit dit nu?

‘Mijn vriendin vond dat destijds niet zo eervol. Ik kan het me goed voorstellen. Misschien deed ik er te laconiek over. Je bent toch iemands geliefde omdat je op één wilt staan. Zij was ook weleens jaloers op mijn moeder. En nu? Ik denk dat werk wel op één staat. Mijn petekind is heel belangrijk, maar mijn geliefde ook. Ik denk dat het allemaal dichter bij elkaar zit. Mijn huidige liefde kan ook beter leven met het belang dat schrijven in mijn leven heeft.’

Hoe is het tussen jou en je geliefde Roos begonnen?

‘Ik heb haar via een gemeenschappelijke vriendin ontmoet. We hebben een reis naar Wenen gemaakt. Daar ben ik verliefd geworden. Dat was juni 2015.’

In Vrij Nederland schreef je: 'Geheimen, oorlog en verraad, gelardeerd met onverwachte tederheid, zorg en hier en daar oprispingen van hartstocht, zo heb ik kennisgemaakt met de liefde en de eerste kennismaking was, zoals wel vaker, overweldigend, deze kennismaking heeft een stempel gedrukt op mijn eigen liefdesleven'. Hoe uit die stempel zich?

‘In het begin leer je elkaar kennen. Daarna komt een fase waarin jij iemand teleurstelt of andersom. Macht gaat een rol spelen. Dan zegt iemand: hallo, ik ben er ook nog. Je tast grenzen af. Ik vind het soms moeilijk om me helemaal over te geven. Soms lukt het wel, maar ik heb een soort terughoudendheid. Godzijdank vind ik het mysterie ook wel prettig. Je hoeft iemand niet helemaal te doorgronden.’

Je legt de oorzaak bij je ouders. Het kan ook in je karakter zitten.

‘Ik ben wel psychoanalytisch. Fan van Freud. Ik geef mijn ouders niet de schuld, maar je wordt ook gevormd door waar je bent opgegroeid en wat je daar hebt gezien. Onbewust imiteer ik mijn vader. Het was een lieve man, maar ook een zwijgzame man. Hij liet geen emoties zien. Als iemand mij teleurstelt ben ik geneigd dat verborgen te houden. Al probeer ik daar nu verandering in aan te brengen.’

Je hoofdpersoon bekijkt het leven op een zakelijke manier waardoor hij mensen op afstand houdt. Doe jij dat ook?

‘Ik ben ook analytisch ingesteld. Daardoor ben ik vrij beheerst. Misschien houdt dat mensen op afstand, maar dat gebeurt zeker niet bewust. Een ex-vriendin vond het lastig dat ik weinig enthousiast was. Als ik een prijs won zei ze: Waarom spring je niet op en kus je me niet? Als iemand op wie ik gesteld ben een negatief oordeel over mijn gedrag velt, vind ik het wel lastig. Ik wil geen kil mens zijn. Dat ben ik ook niet.’

Je boek Huid en Haar is naast je moeder opgedragen aan een flinke rij exen. Ben je in staat een relatie tot een goed einde te brengen?

‘Ik hoop het, ja. Mijn geliefde zegt: Dat weet je toch zeker? Maar ik ben voorzichtiger. Je weet het nooit zeker. Ik hoop wel dat ik niet telkens dezelfde schaakpartij speel.’

Wat ben je bereid op te offeren voor een relatie?

‘Nou…. alles behalve mijn werk en mijn petekind.’

Een deel van je werk, wat je dus niet op gaat geven, is dat je 300 dagen per jaar reist.

‘Mijn geliefde is veel meegereisd.’ Lachend: ‘Oké, ik wil wel langer op één plek blijven. Ik ben bereid om minder te reizen.’

Weet je dat zeker?

‘Ja. Als er een kind is. Daarvóór mag ik nog heel veel reizen.’

Is het kind in de maak?

‘Het is niet dat ik gisteren een poging deed haar te bevruchten. Maar toen we verliefd op elkaar werden, hebben we al snel over een kind gesproken. Zij is vrij jong. Ik ben 45. Ik zei dat ik het leuk zou vinden om een kind te krijgen voor ik vijftig ben. Dat is dus binnen nu en vier jaar. Ik zie het wel voor me.’

Lees het complete interview op BLENDLE