Streek van de week: de vloek van een vrijstaat

Nieuwe Revu bericht vanaf deze plek wekelijks over belangwekkend nieuws uit de regio. Deze keer: hoe een dwergstaatje op...

Nieuwe Revu bericht vanaf deze plek wekelijks over belangwekkend nieuws uit de regio. Deze keer: hoe een dwergstaatje op de Veluwe zijn buren de oorlog heeft verklaard.

‘In naam van Jahweh, de God van de twaalf stammen Israels, zeggen wij u heden aan dat de vloek van dood en verderf zal komen in en over dit gebouw, waarin u naar gelegenheden hebt gezocht om met list en bedrog onze werken te vernietigen en te onteigenen. Het is gezegd, en zo zal het geschieden.’ Met deze dreigende woorden, op een frisse zondagochtend in februari op de deur van het stadhuis geplakt, trad een nieuwe fase aan in de oorlog tussen de gemeente Putten en de Veluwse Israel-Vrijstaat.

Vanwaar deze vloek? Het begon allemaal zo lekker voor het dunbevolkte dwergstaatje op de hoek van de Pasdijk en de Ridderwal. Pieter Frank van der Meer senior en junior, in een vorig leven Kootwijkerbroekers, kochten in 2013 een bosperceel van 3,5 hectare. Vader en zoon stroopten de mouwen flink op om van de overwoekerde bende weer een mooi stukje bos te maken. Ze riepen het ook maar meteen uit tot een soevereine natie: de Veluwse Israel-Vrijstaat. Vernoemd – voor alle duidelijkheid – naar Jakob, stamvader der Israëlieten. En dus niet naar het land in het Midden-Oosten, want met die leugenachtige zionisten heeft het dwergstaatje ‘geen enkele handelsovereenkomst’, aldus de website.

Lees ook: Streek van de week: eigen vlaai eerst

Het lommerrijke landje heeft een eigen vlag en paspoort, bezienswaardigheden als de kikkerpoel en het insectenhotel en een volkslied dat gaat van Eigen meester, niemands knecht / natuurgetrouw en recht / stalen vuist en rappe hand zo die gaat / Zo is 't volk van de Veluwse Israel-Vrijstaat. De mensen leven hier in harmonie met de natuur en beschouwen geld als ‘de wortel van twist en haat’. Volgens de grondwet geldt voorts een verbod op samenligging met dieren, cosmetica, abortus, vuurwerk, plastic speelgoed, kaalscheren en rassenvermenging (‘Hebt u wel eens een duif met een kraai zien paren?’).

Senior en junior vonden hun vrijstaat verder vooral erg handig omdat ze dan bevrijd waren van lastige ambtenaren met hun bestemmingsplannen en bouwvoorschriften. Dachten ze. De oorlog begon toen de gemeente Putten het land binnenviel met bulldozers en graafmachines, omdat de staatshoofden voor een houten geloofshuis en een loofhut van strobalen geen bouwvergunning hadden aangevraagd. Ze moesten de ontruiming ook nog uit eigen zak betalen. Elfduizend euro, een aderlating voor de schatkist. Vader en zoon antwoordden met het eisen van een schadevergoeding van tien miljoen euro voor geleden psychische schade, alsmede de vernieling van pas aangeplante beuken. Ook maakten ze bij de Nationale Ombudsman melding van antisemitisme.

Een poging tot vrede kwam eind vorig jaar. De vrijstaat verklaarde zich bereid tientallen vluchtelingen op te vangen. Maar dan moest Putten wel hun spullen teruggeven. De vijand antwoordde met een executoriale veiling van het perceel, waarmee de Veluwse Israel-Vrijstaat een staatkundig en geografisch unicum is geworden: ’s werelds enige land zonder land. Nou, en vandaar die vloek dus.

Tekst: Danny Koks