Je schreef in het verleden twee keer over zaken die we nu omschrijven als #MeToo. Waarom is destijds de bom niet gebarsten en nu wel, denk je?
‘Soms is heel hard op de trommel slaan niet voldoende, maar moet je er dwars doorheen rammen. Niet elke eerste klap komt direct aan. Als één iemand het zegt stelt het nog niet zoveel voor. Pas als er meer volgen, kun je er wat mee. De New York Times-journalisten die maandenlang onderzoek hebben gedaan naar Harvey Weinstein, kwamen uiteindelijk ook met een aantal namen naar buiten die bereid waren volledig open kaart te spelen. Dat zorgde voor het sneeuwbaleffect dat je nodig hebt. Mensen als Katja Schuurman die roepen dat dergelijke beschuldigingen niet in de media maar voor de rechter moeten komen hebben ongelijk. Het moet júist via de media gaan, zodat meer mensen zich sterk genoeg voelen om een verklaring af te geven. Het kan mij eerlijk gezegd niet ver genoeg gaan wat betreft de zuiveringen in die business. Wat hebben we bijvoorbeeld aan dat opgerichte meldpunt waar slachtoffers met hun daders moeten gaan praten over wat er gebeurd is? Echt kansloos! Ik ben er nog steeds niet over te spreken wat er allemaal gebeurt bij die castingbureaus, want wie zegt mij dat die wereld nu eindelijk verschoond is van alle onbehoorlijke praktijken die we de afgelopen maanden gehoord hebben? En dan die naamswijziging van Kemna Casting naar Post/Castelijn Casting, wat heeft dat voor zin? Het is enkel uiterlijk vertoon maar het zegt verder niks.’
Jouw ervaring met Job Gosschalk, die naaktfoto’s van je wilde maken om ze vervolgens in het buitenland te verkopen, haalde dit voorjaar de headlines. Eerder deed dat het niet.
‘Ik schreef het voor het eerst begin jaren 90 op in Propria Cures en zes jaar geleden nogmaals in de Varagids. Geen haan die er naar kraaide, op een paar vrienden van Job na die verontwaardigd riepen dat ik moest worden aangeklaagd voor smaad en laster. Stelletje paardenlullen. Driemaal is scheepsrecht, want toen ik er in april opnieuw over vertelde in Boulevard was de beer ineens wel los en ontving ik tientallen reacties van mensen die hetzelfde was overkomen. Waaronder de grootste sterren van Nederland, die te laf zijn om er zelf mee naar buiten te komen. Maar goed, zo is het nu eenmaal.’
De dag na het Nieuwe Revu-artikel De Methode Kemna spraken we er samen over in RTL Boulevard, waarin je een brief van Kemna-advocaat Christiaan Alberdingk Thijm live op tv verscheurde. Was dat een last-minute actie?
‘Absoluut, echt in the heat of the moment. Een kwartier voor de uitzending kreeg ik die brief, bestaande uit drie kantjes, pas in handen. Met mijn linkeroog op de autocue waarin ik nog wat teksten stond aan te passen, rechts op de brief waarin alleen maar stond dat ik bijna niks in de uitzending mocht zeggen. Ik scande die brief aan alle kanten toen de opnameleider zei dat ik op moest. Hij wilde het papier daarop tot twee keer toe van me afpakken maar ik hield ’m stevig vast. Ik liep naar de desk, gaf jou ook een exemplaar en ging klaarstaan om de uitzending te openen. Tijdens het gesprek op zender begon ik me vervolgens zo op te winden, tot er uiteindelijk iets bij me knapte. Want het is toch ook onbehoorlijk? Dat wij netjes onze journalistiek bedrijven en we dan op het allerlaatste moment worden gekneveld door een batterij advocaten van Kemna Casting. Ze hebben Alberdingk Thijm, wat een goede gast is, op iedereen afgestuurd. Op Boulevard, op Revu, op jou en op je hoofdredacteur, plus alle anderen die er ook maar iets over wilden zeggen. Als een soort bloedhonden om de media proberen het zwijgen op te leggen. Als dit echter de manier is waarop zij denken iedereen stil te houden, dan hebben ze het goed mis. Ik heb er overigens ook nooit meer iets van gehoord en ik nodig ze uit om er nog eens een keer een rechtszaak van te maken. Ik verheug me erop, laat ze maar komen!’
Het heeft er in zoverre voor gezorgd dat jouw woorden ‘lik m’n reet’, die je uitsprak tijdens het verscheuren van de brief, de rechtszaal hebben gehaald tijdens het kort geding dat Kemna tegen Nieuwe Revu heeft aangespannen.
‘Dat is waar ja, haha. Het hele idee dat jij daar, samen met je hoofdredacteur, in die rechtszaal zit tegenover die hele grote groep Kemna-mensen die allemaal precies weten wat er aan de hand is en een dikke laag boter op hun hoofd hebben, is natuurlijk bizar. Ik zeg niet dat ze de praktijken van Job Gosschalk hebben gefaciliteerd, maar ze hebben het wel allemaal geweten.’
Lees het hele artikel op Blendle.